Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beantwoording Kamervragen over brandveiligheid Nederlandse gebouwen

Minister Plasterk (BZK) beantwoordt vragen van het Kamerlid Van Eijs (D66) over de brandveiligheid van Nederlandse gebouwen.

7 juli 2017

Vragen van het lid Van Eijs (D66) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de brandveiligheid van Nederlandse gebouwen. (ingezonden 21 juni 2017)

1

Bent u op de hoogte van het artikel Na de brand in Londen rijst de vraag: hoe veilig zijn onze flats?? 1)

1)

http://www.volkskrant.nl/buitenland/na-de-brand-in-londen-rijst-de-vraag

- hoe-veilig-zijn-onze-flats~a4500816/

Antwoord op vraag 1

Ja.

2

Hoe wordt er voor gezorgd dat in Nederland dergelijke rampen voorkomen worden?

Antwoord op vraag 2

Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen aan de brandveiligheid van gebouwen. Met deze eisen wordt beoogd dat dergelijke rampen in Nederland voorkomen worden.

Vergeleken met andere landen is het aantal brandslachtoffers in Nederland zeer laag. Ernstige incidenten met meerdere slachtoffers doen zich hier relatief weinig voor. Zie ook het artikel Staan in Nederland ook Grenfell Towers? van de lector Brandpreventie de heer Hagen.1)

1)

https://www.ifv.nl/kennisplein/Paginas/Lectoraat

- Brandpreventie.aspx#tab3

3

Klopt het dat aannemers en afnemers zelf verantwoordelijk zijn voor de brandveiligheid? Zo ja, hoe ziet de overheid er op toe dat de brandveiligheidseisen in de bouw correct worden nageleefd? Op welke manier kan de brandweer controleren of een gebouw de brandveiligheidsmaatregelen heeft die zijn opgenomen in de ontwerpen?

Antwoord op vraag 3

Ja. Uit de Woningwet volgt dat naleving van de brandveiligheidseisen in het Bouwbesluit de verantwoordelijkheid is van de partijen die bouwen of laten bouwen. De gemeente (Burgemeester en Wethouders) is bevoegd gezag en is verantwoordelijk voor de handhaving van het Bouwbesluit. Gemeenten hebben beleidsvrijheid hoe zij toezien op de naleving van de brandveiligheidseisen. Een gemeente kan bij de vergunningsaanvraag een bouwplan preventief toetsen aan de brandveiligheidseisen en bij de uitvoering toezien dat deze eisen daadwerkelijk worden nageleefd. De brandweer is geen bevoegd gezag, maar een gemeente kan de brandweer wel betrekken bij de bouwplantoetsing of het toezicht.

4

Hoe vaak wordt er op brandveiligheid in de bouw gecontroleerd? Hoe vaak worden er fouten in de brandveiligheid geconstateerd?

Antwoord op vraag 4

Ik beschik niet over deze informatie. Zoals geantwoord bij vraag 3 kan iedere gemeente zelf invulling geven aan het toezicht op brandveiligheid. Het inter- bestuurlijke toezicht op deze gemeentelijke taak ligt bij de provincie. Ik heb geen rol bij dit toezicht.

5

Ziet u noodzaak om de controle op brandveiligheid in de bouw aan te scherpen n.a.v. de gebeurtenissen in Londen?

Antwoord op vraag 5

Door de Engelse regering wordt nog onderzoek uitgevoerd naar de brand in Londen. Ik zal het onderzoeksrapport afwachten. Als dit beschikbaar is, zal ik bezien of in Nederland aanvullende maatregelen nodig zijn. Vanuit het gemeentelijk bouwtoezicht heb ik geen signalen ontvangen dat het vooruitlopend hierop nodig is om actie te ondernemen.

6

Welke regels gelden er in Nederland voor het bevestigen van gevelisolatie bij hoogbouw? Op welke manier wordt de brandveiligheid in deze regels geborgd?

Antwoord op vraag 6

Er gelden in Nederland geen specifieke regels voor het bevestigen van gevelisolatie. Het Bouwbesluit 2012 stelt prestatie eisen aan de brandveiligheid van bouwwerken en de daarin toegepaste constructieonderdelen en scheidings- constructies. Gevelisolatie kan onderdeel zijn van een constructieonderdeel of een scheidingsconstructie. Het bevestigen van de gevelisolatie zal dan zodanig moeten gebeuren dat het constructieonderdeel of de scheidingsconstructie voldoet aan de brandveiligheidseisen van het Bouwbesluit. Het is de verantwoordelijkheid van de partijen die bouwen of laten bouwen om hieraan te voldoen en aan de gemeente om hierop toezicht te houden.

7

Aan welke eisen van brandwerendheid moet een gevel in Nederland voldoen? Wordt hierbij onderscheid gemaakt in zwaarte van de eisen met betrekking tot de hoogte van een gebouw? Zijn hier Europese eisen voor, of is hier nationale regelgeving van toepassing?

Antwoord op vraag 7

Voor nieuwbouw en verbouw van een gebouw volgt uit het Bouwbesluit 2012 dat een gevel die niet hoger is dan 13 meter moet voldoen aan de Europese brandklasse D. Bij hoger gelegen gevels geldt de strengere brandklasse B. Voor deze grens van 13 meter is gekozen, omdat een brand aan de gevel tot een hoogte van 13 meter in het algemeen met gangbaar brandweermateriaal kan worden bestreden. Welke Europese Brandklasse geldt in een bepaalde situatie is niet Europees bepaald, maar is aan de nationale regelgever.

Voor bestaande gebouwen geldt in het Bouwbesluit 2012 een minimumeis van brandklasse 4 onafhankelijk van de hoogte. Het betreft hier de oude nationale brandclassificering, waarbij brandklasse 4 vergelijkbaar is met de huidige brandklasse D. Het is echter niet waarschijnlijk dat bestaande hoge gebouwen een gevel hebben met deze brandklasse 4. Dit omdat het in Nederland gangbaar was om gevels te bouwen met vooral steenachtig materialen ( baksteen, beton, natuursteen) die onbrandbaar zijn.

8

Aan welke eisen voor brandwerendheid moeten de materialen in de bouw in Nederland voldoen? Zijn hier Europese eisen voor, of is hier nationale regelgeving van toepassing?

Antwoord op vraag 8

In het Bouwbesluit worden brandveiligheidseisen gesteld aan constructie- onderdelen of scheidingsconstructies en niet aan de afzonderlijke materialen die hier deel van uit maken. Voor de brandveiligheidseisen die uit het Bouwbesluit volgen voor een gevel wordt verwezen naar de antwoorden op vraag 7 en 9.

9

Zijn er in Nederland bouwregels die voorkomen dat bij brand een schoorsteen- effect kan ontstaan tussen een origineel gebouw en eventueel later aangebracht isolatiemateriaal?

Antwoord op vraag 9

Het Bouwbesluit 2012 stelt eisen ter voorkoming van branduitbreiding tussen brandcompartimenten. Iedere woning is volgens het Bouwbesluit een afzonderlijk brandcompartiment. Hiermee wordt beoogd dat een brand gedurende een bepaalde tijd beperkt blijft tot één woning. Alle mogelijke branduitbreidings- trajecten tussen woningen moeten daarbij worden beschouwd. Om te voldoen aan deze eisen zal daarom ook branduitbreiding via de gevel naar een bovengelegen woning moeten worden voorkomen. Dit kan door een juiste detaillering, materiaalkeuze en uitvoering van de gevel en het hier aangebrachte isolatiemateriaal. Hiermee kan ook het genoemde schoorsteeneffect worden voorkomen.

10

Is het waar dat er in Nederland geen aanvullende nationale bouw- en brandveiligheidsregels zijn voor gebouwen hoger dan 70 meter, en dat hiervoor slechts lokale regelgeving geldt? Zo ja, waarom? Zo nee, welke aanvullende regels gelden er dan precies?

Antwoord op vraag 10

Voor een gebouw hoger dan 70 meter stelt het Bouwbesluit 2012 de eis dat het gebouw dezelfde mate van brandveiligheid moet hebben als is beoogd met de brandveiligheidseisen die gelden voor lagere gebouwen. Het is aan de aanvrager van een bouwvergunning om richting bevoegd gezag (gemeente) aan te tonen hoe het beoogde brandveiligheidsniveau wordt gerealiseerd. In de praktijk wordt hierbij meestal gebruik gemaakt van de handreiking Brandveiligheid in hoge gebouwen (2014). Dit is een uitgave van de kennisinstelling SBRCURnet. Uit deze handreiking volgen aanvullende brandveiligheidsvoorzieningen zoals de toepassing van een automatische blusinstallatie (sprinkler). Omdat deze handreiking een breed draagvlak heeft binnen Nederland heb ik eerder besloten om de handreiking een plaats te geven in de bouwregelgeving. In het ontwerp- Besluit bouwwerken leefomgeving (de opvolger van het Bouwbesluit onder de Omgevingswet) die ter voorhang is geweest in de Tweede Kamer

(TK 33 118, nr. 31) is de handreiking aangestuurd als bepalingsmethode voor de brandveiligheid van gebouwen hoger dan 70 meter.

Artikel delen