Uit de brief van minster Blok van 24 maart 2016 kan geconcludeerd worden dat het wetsvoorstel kwaliteitsborging voor het bouwen dan toch op korte termijn bij de Kamer ingediend wordt. Er is in de markt, maar ook bij de overheden, veel onduidelijkheid over waarom dit proces zo lang duurt. Waar ligt dat aan? En wat vinden de diverse partijen en stakeholders hier nu van? Wat zijn hun standpunten en waarom zijn ze voor of juist tegen? Daarom heeft Omgevingsweb aan de belangrijkste stakeholders en partijen om hun mening gevraagd. Vandaag het standpunt van de BNA:
Wet op de kwaliteitsborging moderniseert de zorg voor kwaliteit in de bouw
.
We bouwen in Nederland gemiddeld genomen gebouwen van goede kwaliteit, goed vormgegeven en technisch solide. Toch kan en moet het beter, beter voor de woningkoper, de opdrachtgever, het milieu en niet te vergeten voor de bouwsector zelf. Het is tijd dat de bouwsector kwaliteitszorg prominenter op de kaart zet en meer in lijn met andere volwassen industriële sectoren zijn verantwoording neemt voor de kwaliteit van de geleverde producten en dienstverlening.
De wet op kwaliteitsborging beoogt een ingrijpende stelselwijziging in de geest met het eindrapport van de commissie Dekker (Privaat wat kan, publiek wat moet). De toetsing door de gemeente van bouwplannen op conformiteit met het Bouwbesluit vooraf is namelijk in de praktijk helaas geen garantie dat het gerealiseerde gebouw ook daadwerkelijk aan wet- en regelgeving voldoet. Het vervangen van deze toetsing vooraf door een toetsing bij oplevering door een erkende c.q. gecertificeerde kwaliteitsborger is een belangrijke stap voorwaarts om meer grip te krijgen op de kwaliteit van de gerealiseerde woningen, kantoren en andere bouwwerken. De verzwaring van de aansprakelijkheid van de aannemer, de tweede belangrijke peiler van de wet op de kwaliteitsborging, zal onmiskenbaar leiden tot een stevigere juridische positie van de woningkoper en andere opdrachtgevers in de bouw.
De BNA kijkt positief tegen het voornemen tot wet op de kwaliteitsborging aan en heeft ook enkele zorgen. Het verbeteren van de kwaliteit heeft een prijskaartje. Door de huidige wijze van kruissubsidiëring betalen opdrachtgevers van kleine, niet complexe, bouwwerken naar verhouding weinig leges voor kwaliteitscontrole. Als alleen een private partij (die compleet onafhankelijk van alle bij de bouw betrokken partijen moet zijn) de kwaliteitsborging op zich mag nemen, zal dat tegen substantieel hogere kosten zijn dan de legeskosten die nu gebruikelijk zijn. De BNA ziet liever dat een kwaliteitsborger onafhankelijk van uitvoerende partijen in de bouw moet zijn. Architectenbureaus hebben de kennis en kunde in huis om als kwaliteitsborger erop toe te zien dat de gebouwen die zij met aandacht en zorg voor detail en kwaliteit ontwerpen met dezelfde kwaliteit in de praktijk worden gerealiseerd.
Lees meer over dit wetsvoorstel en de standpunten van de diverse belangengroepen in het
dossier Private Kwaliteitsborging