Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Heeft uw (BRZO-)bedrijf de overstromingsrisico’s al in kaart gebracht?

De noodzaak voor de industrie om overstromingsrisico’s te bekijken wordt groter. Dat blijkt onder meer uit recente publicaties over economische schade van herverzekeraar Munich RE en de UN Office for Disaster Risk Reduction.

28 januari 2016

De economische schade door overstromingen is toegenomen in de afgelopen 30 jaar. Bovendien is er steeds meer wetgeving die industriële

bedrijven (en BRZO-bedrijven in het bijzonder) er op wijst dat de overstromingsrisicos voor hun locatie goed in kaart gebracht moeten worden en dat, indien nodig, gepaste maatregelen worden getroffen. Weet u hoe groot het overstromingsrisico van uw (BRZO-)bedrijf is? En hoe zeker weet u dat uw investering in beschermingsmaatregelen opweegt tegen de risicoverlaging?

Noodzaak voor meer inzicht in overstromingsrisicos

In de volle breedte (wereldwijd en in verschillende markten) merk ik in contact met onze (industriële) klanten dat er meer zorgen zijn over overstromingsrisicos. Dit zijn niet alleen zorgen over

mogelijke

overstromingsrisicos en de

mogelijke

impact van klimaatverandering, maar betreffen ook

daadwerkelijke

schades die de bedrijfscontinuïteit al hebben geraakt. Denk aan overstromingen door

flash floods

, orkanen, hoge rivierafvoeren, wateroverlast door regen en falende dijken. De schade is vaak niet beperkt tot fysieke schade van gebouwen en omgeving en eventuele slachtoffers, maar betekent ook economische (indirecte) schade door o.a. géén bedrijfscontinuïteit, verlies van marktwaarde en negatieve beeldvorming. De zorg die ik waarneem bij onze klanten strookt met de officiële cijfers. Het aantal natuurrampen is in de periode 1980 - 2014 wereldwijd gestegen (zie figuur). Logischerwijs leidt dit tot een stijgende trend in de kosten veroorzaakt door natuurrampen (Munich RE, 2015). Van alle natuurrampen tussen 1970 en 2012 veroorzaakten stormen en overstromingen 55% van alle dodelijke slachtoffers en 86% van de totale economische schade (WMO, 2014). Ook in de Nederlandse context zie ik steeds meer urgentie en prioriteit bij bedrijven ontstaan om overstromingsrisicos te inventariseren en, indien nodig, om passende maatregelen te treffen.

Nieuwe wetgeving benadrukt belang overstromingsrisicos

Sinds 1 juni 2015 is de nieuwe Europese SEVESO III wetgeving van kracht. In Nederland is deze regelgeving geïmplementeerd op 9 juli 2015 in het

Besluit risicos zware ongevallen 2015

(BRZO 2015). Het BRZO is van toepassing op ruim 400 risicovolle bedrijven in Nederland en verplicht bedrijven om aan te tonen hoe zware ongevallen met gevaarlijke stoffen worden voorkomen en beheerst. Het gaat om bedrijven zoals opslagterminals, chemiebedrijven en de procesindustrie.

Nieuw in het BRZO 2015 is de verplichting om overstromingsrisicos in kaart te brengen. Deze verplichting was al in BRZO 1999 geregeld, maar het bleek dat in de praktijk niet altijd invulling werd gegeven aan dit aspect. Vooral het gevaar van overstromingen is een interessante kwestie. De overstromingskans in Nederland varieert namelijk meestal tussen de 0,01% en 1% per jaar terwijl de kans op andere gevaren die binnen deze bedrijven vaak bekeken worden, vaak een factor duizend tot miljoen kleiner zijn. Het RIVM heeft in 2010

een kwalitatieve inventarisatie

gedaan naar de omvang van effectgebieden door overstromingen bij BRZO-bedrijven. In deze studie werd toen geconstateerd dat 59 van de destijds 348 BRZO-bedrijven in overstromingsgebieden liggen. Het opnemen van de risicos van overstromingen in het BRZO is dan ook een logische ontwikkeling.

De BRZO 2015 wetgeving is niet de enige wetgeving die het belang van overstromingsrisicos voor BRZO bedrijven hoog op de agenda heeft staan. Zo heeft Joop Atsma, voormalig Staatssecretaris van het Ministerie van I&M, de Tweede Kamer in juli 2011 geïnformeerd over de gevolgen van een mogelijk (grootschalige) overstroming met betrekking tot de BRZO-bedrijven. Hij wees erop dat de Europese Richtlijn Overstromingsrisicos (ROR) zowel overstromingsgevaar- en overstromingsrisicokaarten publiekelijk beschikbaar maakt (zie

Risicokaart

), en ook overstromingsrisicobeheerplannen. Laatstgenoemde plannen zouden volgens de Staatssecretaris aandacht moeten besteden aan de specifieke gevaarsaspecten die gelden voor BRZO-bedrijven ten tijde van een overstroming. De

beheerplannen

zijn al openbaar, maar het viel me verrassend genoeg op dat hier op vrijwel geen enkele manier richting gegeven wordt aan hoe BRZO-bedrijf om zou moeten gaan met overstromingsrisicos. De bedrijven moeten dit dus zelf vorm gaan geven.

Afweging investering versus risicoverlaging

Het BRZO 2015 en de ROR richtlijnen, evenals de toenemende trend in economische schade, zijn dus aanleiding voor bedrijven om naar overstromingsrisicos te kijken. Deze richtlijnen voor het in kaart brengen van de risicos zijn echter niet in detail uitgewerkt en de beschikbare informatie voor bedrijven is beperkt en moeilijk te interpreteren. Toch zou elk industrieel bedrijf zich achter de oren moeten krabben en zich moeten afvragen of een goede interpretatie van het overstromingsrisico aanwezig is, of adequate maatregelen genomen zijn én of de investering in deze maatregelen opweegt tegen de risicoverlaging die behaald wordt.

De bedrijfscontinuïteit tijdens en na een overstroming is van primair belang voor menig bedrijf. Ik denk dan ook dat we de richtlijnen niet moeten zien als een administratieve last vanuit Europa richting de bedrijven, maar als een wezenlijk aandachtspunt waar we proactief in moeten handelen. Het gaat tenslotte om het waarborgen van onze veiligheid en uw bedrijfscontinuïteit.

Artikel delen