Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Kamerbrief met reactie op rapport 'Gemeentelijk toezicht op emissies van veehouderijen'

Minister Kamp (EZ) reageert op het rapport 'Gemeentelijk toezicht op emissies van veehouderijen' van de provincie Noord-Brabant. De Tweede Kamer had om een reactie gevraagd.

23 oktober 2017

Tijdens de Regeling van Werkzaamheden van 14 september jongstleden heeft het lid Ouwehand verzocht om een reactie op het bericht dat uit een steekproef in Noord-Brabant is gebleken dat gemeenten geen zicht hebben op de veehouderij. Met deze brief ontvangt u, mede namens de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, een reactie.

Inspectierapport Interbestuurlijk toezicht

De aanleiding voor berichtgeving in de media over het toezicht op veehouderijbedrijven in vijftien gemeenten in Noord-Brabant is gelegen in het Inspectierapport IBT omgevingsrecht; Gemeentelijk toezicht op emissies van veehouderijen van de provincie Noord-Brabant van 19 juni jongstleden. Het doel van het onderzoek door de afdeling interbestuurlijk toezicht van de provincie Noord-Brabant was inzicht te krijgen in de kwaliteit van het toezicht door gemeenten en om gemeenten te stimuleren het toezicht daar waar nodig te verbeteren. Daartoe zijn in alle vijftien gemeenten twee veehouderijbedrijven bezocht. Het ging hierbij om elf (melk)rundveebedrijven, acht varkenshouderijen, zeven pluimveebedrijven en vier gemengde bedrijven. De betreffende bedrijven zijn onderzocht op de VTH-dossiers (Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving) en op stalsystemen en emissiebeperkende maatregelen en technieken.

Bij twaalf van de vijftien gemeenten werden op de gecontroleerde bedrijven afwijkingen geconstateerd ten opzichte van de vergunde situatie die, in de meeste gevallen, een negatieve invloed kunnen hebben op de emissies van onder andere ammoniak en fijnstof. In enkele gevallen was er sprake van een positief effect, bijvoorbeeld in gevallen waarbij een emissiearmer stalsysteem op een bedrijf was toegepast dan voorgeschreven in de vergunning .

In het rapport worden in reactie op de bevindingen een aantal verbeterpunten benoemd. Zo zouden sommige gemeenten het budget voor handhaving en toezicht kunnen verhogen en het mandaat voor omgevingsdiensten kunnen verruimen. Ten algemene wordt aan gemeenteraden de aanbeveling gedaan hun kaderstellende en controlerende rol op te pakken.

Reactie op bevindingen

Een adequate naleving van verplichtingen die zien op het omgevingsrecht is onder meer noodzakelijk om de emissie van verschillende aan de veehouderij gerelateerde stoffen met een mogelijk negatief effect op het milieu en de volksgezondheid binnen wettelijke grenzen te houden. Eerst en vooral ligt de verantwoordelijkheid hiertoe bij ondernemers. Zij hebben de wettelijke en maatschappelijke plicht om regels en vergunningen na te leven en overlast tot een minimum te beperken. Juist in de provincie Noord-Brabant, waar de laatste jaren de discussie over de gevolgen van de landbouw hoog op de maatschappelijke en politieke agenda staat, kunnen ondernemers niet lichtzinnig omgaan met de verplichtingen die op hun bedrijf van toepassing zijn. Maatschappelijk draagvlak is voor de veehouderij geen vast gegeven, maar moet steeds weer verdiend worden door individuele ondernemers die gezamenlijk het beeld van de landbouw en de veehouderij bepalen.

Het toezicht op het omgevingsrecht is, daar waar het veehouderijbedrijven betreft, voornamelijk een verantwoordelijkheid van gemeenten. Met de inwerkingtreding van de Wet revitalisering generiek toezicht (Wet van 24 mei 2012 tot wijziging van de Provinciewet, de Gemeentewet en enige andere wetten in verband met de revitalisering van het generiek interbestuurlijk toezicht) per 1 oktober 2012 is het interbestuurlijk toezicht op gemeenten belegd bij provincies. Het Inspectierapport IBT omgevingsrecht van de provincie Noord-Brabant is in dat kader uitgevoerd. Het is aan de provincie om conclusies te verbinden aan het inspectierapport en met toepassing van de met de Wet revitalisering generiek toezicht geïntroduceerde bestuurlijke interventieladder gemeentes te bewegen hun taken adequaat uit te voeren. Als ultieme stap kan een provincie overgaan tot een juridische interventie.

De provincie Noord-Brabant heeft een pilot met negen gemeenten uitgevoerd met als doel te komen tot een efficiëntere en uniforme werkwijze om veehouderijbedrijven te controleren en ieder bedrijf in de komende drie jaar te bezoeken. Op basis van de bevindingen uit de pilot is de provincie Noord-Brabant voornemens samen met de gemeenten het project Intensivering Toezicht Veehouderijen uit te voeren in de periode 2018-2020. Gedeputeerde Staten hebben hierover op 5 september jongstleden een mededeling aan Provinciale Staten gedaan (Statenmededeling 4234535).

Gezien de verdeling van verantwoordelijkheden en de maatregelen van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Brabant gericht op verbetering en intensivering van het toezicht op veehouderijbedrijven, is er voor het Rijk vooralsnog geen rol weggelegd.

Artikel delen