Gisteren (4 juli) was de behandeling van de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen in de Eerste Kamer ter behandeling. Het was een stevig debat met Senatoren die inhoudelijk zeer goed wisten te verwoorden waar de pijnpunten in de wet zitten. De minister had dan ook duidelijk moeite om de Eerste Kamer te overtuigen.
Zelf geeft de minister de schuld aan de G4 (de vier grote gemeenten) die nog een stevige brief stuurden, maar het was Het CDA die vooral opkwam voor de B4 (de vier grootste bouwbedrijven) die vanuit de lobby vanuit Bouwend Nederland met natuurlijk prominenten in die partij zoals Maxime Verhagen en Elco Brinkman de aansprakelijkheid voor de bouwer te hoog vindt. Zonder het CDA was er namelijk geen meerderheid.
Zoals het er nu naar uitziet moet de wet weer terug naar de Tweede Kamer, en zal daar aangepast door een Nieuwe Kamer, met Nieuwe Kamerleden pas kunnen worden behandeld nadat een nieuw Kabinet is geïnstalleerd.
De minister heeft al aan het begin van het debat beloofd dat de wet niet eerder in werking treedt dan 1 januari 2019, maar of dit gehaald wordt is nu zelfs nog maar de vraag.
Zeer kwalijk was dat de minister een paar keer in zijn verdediging aangaf dat hij het toezicht op de bouw wil overlaten aan professionals. Alsof de vele BWT-ers die nu met hun kennis en kunde dit werk doen een stel amateurs zijn. Dit was voor mijzelf wel een heel pijnlijk moment in het debat.
Op
Nieuwsuur verteld Plasterk
aan de media wat er volgens hem is gebeurd tijdens het debat in de Eerste Kamer.
De Cobouw geeft in een korte verslaglegging precies aan weer De Eerste Kamer haar pijnpunten door de minister niet konden worden genezen.
Bizar bouwdebat in Eerste Kamer: 'privaat' bouwtoezicht terug bij af.
De Vereniging BWT Nederland zal nu met VNG en de G4 gaan overleggen wat te doen, en op welke wijze in overleg met het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koningkrijksrelaties de wet kan worden verbeterd.
