De gemeente Amsterdam heeft het afgelopen jaar, met hulp van deskundigen en in overleg met omwonenden en de evenementenbranche, nieuw geluidbeleid ontwikkeld voor evenementen. Dit beleid is gebaseerd op uitgebreid onderzoek en is een belangrijk onderdeel van het evenementenbeleid dat op 1 januari in 2018 ingaat.
Daarbij is het uitgangspunt van het college van B en W dat evenementen bij de stad horen, maar dat er een betere balans moet worden gevonden tussen enerzijds veilige en feestelijke evenementen en anderzijds minder overlast. Voor alle muziekevenementen geldt voortaan een basisnorm van maximaal 85 dB(C) op de gevel van woningen. Voor 21 locaties is nu vastgelegd hoeveel geluidbelastende evenementen er kunnen plaatsvinden. Voor alle andere plekken in de stad geldt: maximaal drie geluidbelastende evenementdagen per jaar. Verder worden eisen gesteld aan de techniek die organisatoren gebruiken en wordt strenger gemeten en gecontroleerd
.
Daarmee maakt het college van B en W duidelijke keuzes op basis van feiten en onderbouwd met onderzoek. De ruimte voor evenementen wordt daardoor op bepaalde plekken in de stad ingeperkt, terwijl op andere plekken juist meer ruimte is. Het resultaat zal niet zijn dat hinder van evenementen in de stad helemaal verdwijnt. Maar het college vertrouwt er wel op dat de overlast ervan zal afnemen en beter wordt beheerst.
Nieuw onderzoek
De basis voor het geluidbeleid is nieuw onderzoek dat in opdracht van de gemeente Amsterdam is uitgevoerd door Het GeluidBuro. Daaruit blijkt dat er geen landelijke regelgeving is voor geluid bij evenementen in de openbare ruimte, en dat het dus aan lokale overheden is om beleid te maken. Dat gebeurt overal in Nederland op een andere manier, zonder duidelijke onderbouwing. Amsterdam is daarin tot nu toe geen uitzondering: op allerlei manieren is geprobeerd de overlast van evenementen te beperken, maar ook hier zijn de vergunde normen tot nu toe niet altijd realistisch en worden ze nog niet eenduidig toegepast. En ook in Amsterdam ontbreekt het aan grenzen voor het maximaal aantal dagen hoge geluidbelasting door muziekevenementen.
Tegelijkertijd blijkt uit het onderzoek dat de noodzaak voor beleid juist is toegenomen: door de groei van het aantal evenementen, maar vooral ook door het toenemende gebruik van lage tonen in muziek, die voor veel overlast zorgen. Daar is iets aan te doen door normen te stellen, maar ook de ontwikkelingen in de techniek bieden aanknopingspunten om overlast te beperken.
Nieuw geluidbeleid
Het nieuwe geluidbeleid is gericht op het beperken van overlast door duidelijke keuzes te maken. Dat gebeurt op zes manieren. Organisatoren moeten voortaan vooraf een geluidplan of akoestisch onderzoek indienen waarin ze onderbouwen dat ze niet meer geluid produceren dan nodig (1); er komt een nieuwe, strengere geluidsnorm voor muziekevenementen van maximaal 85 dB(C) op de gevel. Alleen voor de Pride Amsterdam en Koningsdag ligt de norm op maximaal 95 dB(C) (2); het aantal geluidbelastende evenementen wordt gemaximeerd op 3 per jaar per locatie in de stad. Voor 21 evenementenlocaties wordt op basis van locatie-onderzoek een maatwerk dagennorm gesteld (3); organisatoren worden verplicht gebruik te maken van door de gemeente vastgestelde Best Beschikbare Technieken, waarmee overlast wordt verminderd (4); de geluidbelasting van evenementen wordt niet langer incidenteel en kortdurend gemeten, maar continue (5); en de gemeente committeert zich aan het landelijke convenant Preventie Gehoorschade Muzieksector, maar is 3 decibel strenger dan de norm van 103 dB(A) op het evenemententerrein (6). Voor een beknopte beschrijving van de zes beleidsmaatregelen, zie bijlage I.
Locatieprofielen
In het nieuwe evenementenbeleid spelen locatieprofielen een belangrijke rol. De afgelopen tijd is voor 76 locaties in de stad bepaald onder welke condities er op deze locaties evenementen kunnen plaatsvinden. Voor 55 van de 76 evenementenlocaties geldt de standaardregel van maximaal drie geluidbelastende evenementendagen (maximaal 85 dB(C) op de gevel) per jaar. Er mogen in sommige gevallen wel meer evenementen plaatsvinden, maar dan geen muziekevenementen en met een geluidsnorm van maximaal 75 dB(C). In sommige gevallen betreft dit een inperking ten opzichte van wat tot nu toe mogelijk was.
Voor de 21 locaties waar de afgelopen jaren meer dan drie muziekevenementen per jaar werden georganiseerd, is een geluidlocatieprofiel opgesteld. De geschiktheid van de locaties is gescoord met punten, en daarna onderverdeeld in vijf categorieën (van
meest geschikt
tot
minst geschikt
).In bijlage II is de classificering van de 21 locaties terug te vinden. Hieronder staat het aantal locaties per klasse en het aantal dagen dat er een geluidbelastend evenement is toegestaan.
Klasse
Aantal dagen
Aantal locaties (totaal 21)
Klasse I meest geschikt
14-16 dagen
1
Klasse II geschikt
11-13 dagen
6
Klasse III redelijk geschikt
8-10 dagen
6
Klasse IV minder geschikt
4-7 dagen
5
Klasse V minst geschikt
1-3 dagen
3
Overleg en inspraak
Het nieuwe evenementenbeleid en het onderzoek dat daaraan ten grondslag ligt, is de afgelopen maanden uitvoerig besproken met vertegenwoordigers van bewoners, de branche en met experts. De komende maanden mogen alle Amsterdammers zich er over uitspreken. Het beleidsvoorstel gaat nu de inspraak in. Vooruitlopend op het nieuwe beleid wordt er dit evenementenseizoen geëxperimenteerd met een aantal nieuwe elementen uit het beleid, zoals de nieuwe gevelnorm en het continue meten. Ook wordt er rondom het NDSM-terrein belevingsonderzoek gedaan. De resultaten hiervan en de uitkomsten van de inspraak zullen na de zomer worden verwerkt in het definitieve beleidsvoorstel dat zal worden voorgelegd aan de gemeenteraad.
Het is de bedoeling dat het nieuwe beleid op 1 januari 2018 ingaat. Dan worden de nieuwe normen voor geluid en het maximaal aantal dagen met evenementen van kracht. Vanaf dat moment zal systematisch worden gemonitord of het beleid het beoogde effect heeft en of er eventueel aanpassingen nodig zijn.
