Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Voldoen aan de technische voorschriften nader beschouwd

“De preventieve en de repressieve toetsing aan bouwtechnische voorschriften in het publieke bouwrecht”, een proefschrift van mr. ing. P.M.J. (Peter) de Haan.

Pieter Plass 14 september 2017

Ik acht het een 'must read' voor wie actief is met kwaliteitsborging binnen de bouw.

Peter heeft onder meer onderzocht of de gedeeltelijke privatisering van het gemeentelijk bouwtoezicht, als bedoeld in het wetsvoorstel Wet kwaliteitsborging voor het bouwen, tot hogere bouwkwaliteit leidt.

Peter heeft geen aanbevelingen voor verbetering van het huidige stelsel. Hij heeft hier een aantal redenen voor:

  • Hij is voor invoering van een nieuw stelsel.

  • Het is onwaarschijnlijk dat eventuele aanbevelingen verder worden gebracht omdat de wetgever in de aanloop naar een nieuw stelsel voor kwaliteitsborging, en in ieder geval de invoering van de Omgevingswet, zich niet meer zal toeleggen op wijzigingen van het huidige stelsel. Hier zal, volgens Peter, geen animo en budget voor zijn.

Hij concludeert dat alternatieven voor het nieuwe stelsel onwenselijk zijn. Dan heb je het bijvoorbeeld over het alternatief om enkel met erkende technische oplossingen voor bouwdelen te werken of het achteraf controleren of aan het Bouwbesluit is voldaan.

Ik pak even een aantal 'willekeurige' punten uit het proefschrift:

Uit bovengenoemde rapporten volgt dat CE-markeringen, prestatie- en kwaliteitsverklaringen weinig toegevoegde waarde hebben om aan te tonen dat een bouwwerk aan het Bouwbesluit voldoet.

Hoe verhoudt zich dit tot motie 34453-19 (aangenomen) van De Vries en Van der Linde waarin de regering is verzocht te bevorderen dat er een systeem van erkende kwaliteitsverklaringen en erkende technische toepassingen wordt gerealiseerd, waarbij door marktpartijen aangedragen oplossingen bij gebleken geschiktheid door een onafhankelijke instantie van een erkenning worden voorzien en daarna in het kwaliteitsborgingsproces alleen nog marginaal getoetst behoeven te worden? Peter behandelt het zeer uitvoerig en komt met heldere bevindingen.

Een ander onderwerp uit het proefschrift: de NEN-EN-normen waar het Bouwbesluit naar verwijst. Waar gaat dit over? Regels waar je je aan moet houden dienen openbaar te zijn. Echter, niet alle in regels verwezen normen zijn openbaar. Voor een aantal moet je betalen wat zijn weerslag heeft op het gebruik en daarmee het voldoen aan de normen. De kosten werken beperkend. De overheid houdt vast aan het standpunt dat gratis ter beschikking stellen niet hoeft omdat die normen je niet binden gebaseerd op het gelijkwaardigheidsbeginsel. Peter concludeert dat dit geen hout snijdt omdat je geen gelijkwaardige oplossing kunt aandragen als je niet eerst kunt inzien waaraan die oplossing gelijkwaardig moet zijn ... en zo is het! Eerdere poging dit helder te krijgen - de kwestie is door ondergetekende enkele jaren terug voor De Hoge Raad gebracht! - hebben niet veel opgeleverd. Postuum is er per saldo een half gelijk gekomen. De overheid heeft al weer enige tijd terug een deel van de verwezen normen gratis beschikbaar gesteld. Het is op z'n Hollands half opgelost.

Voor het plaatsen van conclusies en aanbevelingen is het uiteraard goed het proefschrift te lezen.

Peter heeft in mijn ogen een knap stuk werk verzet, is zeer volledig en scherp. Chapeau! Het benoemen en plaatsen van knelpunten binnen de bestaande voorschriften acht ik waardevol. Die punten staan feitelijk los van privatisering ja of nee. Het zijn aspecten die onder welk stelsel dan ook van invloed zijn op kwaliteit, het voldoen aan de voorschriften.

iBK geeft op 11 september 2017

een samenvatting van een aantal conclusies van Peter

. Het betreft punten waaruit geconcludeerd moet worden dat de Wkb de enig juiste optie is om tot een beter stelsel te komen. Ik deel deze mening niet.

Er fietst een donkere man door de straat

Als ik huiswaarts rijd zie ik vaker mijn buurman langs de weg keutelen voor het broodnodige praatje. Zoals te doen gebruikelijk stop ik even voor het laatste nieuws. Deze keer is het grote nieuws dat er een bijzonder persoon is gesignaleerd, een verschijning zoals die zelden in ons dorp wordt gespot, een donkere man, jawel. De buurman vertelt er uitvoerig over. Hoe kan het toch dat hij er fietst? Ik hoor het aan zeg En ? Mijn buurman antwoord Nou ja, eigenlijk niets maar ik heb hem hier wel zien fietsen!.

Tja

Peter komt inderdaad tot de conclusie dat de Wkb in theorie een verbetering van bouwkwaliteit gaat opleveren. De woorden in ieder geval in theorie acht ik relevant, iBK vindt die disclaimer naar ik aanneem niet belangrijk anders was Peter wel correct geciteerd. Peter doet geen voorstellen voor verbetering van het huidige stelsel. Dit motiveert hij. Hij vindt dat de keuze van de overheid om op privatisering in te zetten iedere andere verbeteroptie de facto uitsluit omdat het onwaarschijnlijk is dat hier animo voor te vinden is en middelen voor beschikbaar komen. Gemeentelijk bouwtoezicht is hiermee verworden tot een soort sterfhuis, iets waar niet meer in wordt geïnvesteerd.

Gelooft u in een soort kosmische kracht die ons op dit moment in de geschiedenis als enig juiste optie privatisering van gemeentelijk toezicht dicteert, dan is dit zeer begrijpelijk. De politieke keuze voor de Wkb staat echter niet gelijk aan dé enig juiste weg voor betere bouwkwaliteit. Het is een keuze. Er zijn goede reden voor en ook ik geloof in verbetering van bouwkwaliteit met privatisering van gemeentelijk bouwtoezicht zoals bedoeld met de Wkb. Het is echter een stap te ver deze keuze als enig juiste optie neer te zetten en te verdedigen. Gebaseerd op de politieke werkelijkheid dat de Wkb in de Eerste Kamer is gestrand is duidelijk dat WIJ, de bv Nederland, er nog niet helemaal uit zijn of het wel helemaal oké is. Het is een beetje zoals de bully op de lagere school die je in de wurggreep neemt. Je kunt kiezen uit één optie, geef je over of Nog los van mogelijk hernieuwde pogingen met de Wkb, als er t.z.t. een nieuwe minister aan het roer staat, is uiteraard de vraag wat we in de tussentijd gaan doen. Is bouwkwaliteit niet belangrijk genoeg dat er z.s.m. iets moet gebeuren? Dat er nu iets wordt georganiseerd? Het gebrek aan actie en resultaat onderschrijft dat het voor de overheid best nog even aan kan lopen zoals het nu gaat. Het is voorlopig eigenlijk wel prima zo, toch?

Er is een redenatie dat het vakgebied van BWT is uitgehold, kennis en kunde is weggevloeid, het niet aantrekkelijk meer is, de capaciteit er simpelweg niet meer is. De redenatie wordt doorgetrokken: Er is ook geen realistische mogelijkheid om meer ambtenaren bouw- en woningtoezicht aan te trekken.. Deze gevolgtrekking acht ik bizar.

Een vergelijk met een andere overheidsdienst van belang voor de veiligheid van burgers en het waken over nakoming van de voorschriften acht ik op zijn plaats. Voor de brandweer is het al jaren moeilijk om vrijwilligers, brandweerlieden die overigens keurig worden betaald, te werven. De taak van de brandweer vinden we met elkaar echter belangrijk en er worden dan ook campagnes gevoerd om die vrijwilligers te vinden, op te leiden en enthousiast te houden. Dat gaat niet zomaar maar het lukt. Het is een gevolg van keuzes, omdat we het belangrijk vinden. Dat kan natuurlijk ook bij BWT als daar de wil voor zou zijn en we het belangrijk vinden. Wees alstublieft zo eerlijk te onderkennen dat ook onder private kwaliteitsborging het probleem van capaciteit nog even een dingetje is. De vereiste private kwaliteitsborgers zitten niet werkeloos te wachten op politieke besluitvorming om straks als een soort iRobots met een druk op de knop aan het werk te gaan. Onzin. Ze zijn er op dit moment gewoon niet, niet bij BWT en niet voldoende in de private sector.

Los daarvan zijn er natuurlijk legio alternatieven voor de Wkb. Kijk naar de ons omringende landen, de grote verscheidenheid aan stelsels is het bewijs dat er meerdere opties mogelijk zijn. De aanname dat het in ons kikkerlandje enkel kan met dé Wkb zoals nu bedacht is zoals de wurggreep van de bully.

Is een wet gestrand dan moet er de bereidheid zijn tot heroverweging, het hernieuwd wegen van opties, zou je zeggen, plus aandacht voor de huidige werkwijze tot er politieke besluitvoering is die wel wordt gepruimd. Gebeurt dit niet dan blijven we min of meer gevangen in de wurggreep. Over zaken zoals capaciteit, onder welk stelsel dan ook, moet je reëel zijn. Voer wijzigingen door gebaseerd op wat realistisch is. Doe niet spastisch over hoe het met die capaciteit zit. Dat is nu een vreemd soort verstoppertje spelen.

Wil je als overheid op korte termijn niet investeren in extra capaciteit van BWT om de toezichttaak serieus uit te gaan voeren dan is het wellicht zinvol de huidige capaciteit gericht op met name het toetsen van de beloofde kwaliteit, het toetsen van bouwplannen op papier, te verschuiven naar het toetsen van de werkelijkheid, de gerealiseerde kwaliteit. Toets een bouwaanvraag enkel op welstand en bestemmingsplan/omgevingsplan. Voldoet de gerealiseerde kwaliteit niet, wat zal blijken uit toezicht op de uitvoering, dan mag een bouwwerk niet in gebruik worden genomen. Simpel. Laat dat de stok achter de deur zijn om enkel plannen te realiseren die aan de voorschriften voldoen. Dat de overheid momenteel vooral druk is met de virtuele beloofde kwaliteit is eigenlijk ook een beetje vreemd als je weet dat die aandacht ten koste gaat van de controle op wat er daadwerkelijk wordt gebouwd.

Ik, en met mij velen, zijn gefrustreerd door het gebrek aan actie, het gebrek aan duidelijkheid. Is bouwkwaliteit voor de overheid eigenlijk wel belangrijk? Zo ja, waar is de urgentie?

Op 2 oktober 2017 verdedigt Peter zijn proefschrift ter verkrijging van de graad van doctor aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Dat gaat zeker lukken. Succes Peter!

Artikel delen