Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Vrijwillige risico-acceptatie Omgevingswet

‘Ook de maatschappelijke acceptatie van normen verandert. Sommige burgers willen zelf blootstelling aan lokale emissies of risico’s voor lief nemen, omdat er andere voordelen tegenover staan (bijvoorbeeld een mooi uitzicht).’ Voor plattelandswoningen is al een regeling in het leven geroepen die een dergelijke vrijwillige risico-acceptatie mogelijk maakt. In dat verband heeft minister Schultz toegezegd aan de Tweede Kamer bij het ontwikkelen van de Omgevingswet te onderzoeken of een verbreding daarvan mogelijk is.

Rijksoverheid 28 mei 2014

Ook de maatschappelijke acceptatie van normen verandert. Sommige burgers willen zelf blootstelling aan lokale emissies of risicos voor lief nemen, omdat er andere voordelen tegenover staan (bijvoorbeeld een mooi uitzicht). Voor plattelandswoningen is al een regeling in het leven geroepen die een dergelijke vrijwillige risico-acceptatie mogelijk maakt. In dat verband heeft minister Schultz toegezegd aan de Tweede Kamer bij het ontwikkelen van de Omgevingswet te onderzoeken of een verbreding daarvan mogelijk is.

Deze zinsnede staat in het sturend kader bij de uitvoeringsregelgeving voor de Omgevingswet. Moeten we in het Besluit leefomgevingskwaliteit vrijwillige acceptatie van woonrisicos regelen, vergelijkbaar met de regeling die voor de plattelandswoningen in het leven is geroepen? En hoe dan?

Voor een verdieping van dit onderwerp heeft Eenvoudig Beter enige tijd geleden een discussiebijeenkomst georganiseerd. Voor de bijeenkomst hebben twee auteurs een essay geschreven over het onderwerp. Dr. Rik Peeters (vh NSOB, nu Kafka-brigade) heeft het onderwerp vanuit een filosofische invalshoek bekeken. Prof. Dr. Arjan Bregman (hoogleraar omgevingsrecht) heeft het onderwerp op zijn juridische mogelijkheden beoordeeld. Beide essays werden tijdens de bijeenkomst gepresenteerd aan een breed forum van geïnteresseerden en betrokkenen: milieu-ngos, Nationale Ombudsman, bedrijfsleven, wetenschap, rijksoverheid en decentrale overheden. Coreferaten werden gehouden door emeritus hoogleraren prof. Charles Vlek en prof. Herman van Gunster.

De discussie tijdens de bijeenkomst was levendig. Rik Peeters schetste onder andere wat vrijwilligheid en rationaliteit betekenen en hoe het bevoegd gezag daarmee om zou moeten gaan. Vrijwilligheid, aldus Rik Peeters, betekent afwezigheid van externe dwang; aanwezigheid van alternatieven; aanwezigheid van materiële keuzemogelijkheid. En dat vereist een check op vrijwilligheid door bevoegd gezag.

De rationaliteit van de burger is meestal begrensd, zo stelde Peeters. Hij acht het nodig dat de burger zich er van bewust is dat van beschermingsrecht wordt afgezien (explicitering door vrijwillige risico-acceptant) en dat er geen evidente acute gevaarstelling is. Dit impliceert aan de ene kant dat er een informatieplicht voor de overheid is, en aan de andere kant dat het om een beperkt aantal risicos zou moeten gaan, en dat de informatie- en onderzoeksplicht groter wordt naarmate het risico of de effecten daarvan groter zijn.

Arjan Bregman schetste de historie van flexibiliteit ten aanzien van normstelling: de Interimwet Stad en milieu, de Crisis- en herstelwet en de totstandkoming van de Wet op de plattelandswoningen. Hij bepleitte een verbreding van de wet op de plattelandswoningen voor een aantal situaties, bepaald door o.a. herkomst en aard van de normstelling. Bregman pleitte voor een publiekrechtelijke regeling (via Omgevingswet en omgevingsplan) in plaats van een privaatrechtelijke opdat ook voor de bedrijven duidelijk is wat wel en niet mogelijk is.

Coreferent Herman van Gunster pleitte ervoor om de normen niet per se opzij te zetten, maar te kijken of ze beter gemaakt kunnen worden, zodanig dat ze ruimte laten waar dat nodig is. Hij vroeg aandacht voor de voordelen van de eigenwijsheid van de burger: het zelf ontwikkelen van oplossingen; het meer harden en zelfredzaam maken van de maatschappij, (anti-fragile). Alle risicos proberen te voorkomen is schijnzekerheid en maakt de maatschappij afwachtend. Coreferent Charles Vlek gaf de verschillende dimensies van risico-perceptie aan en besprak hoe elementen als angst, verleiding en eigen controle de afweging kunnen beïnvloeden.

De discussie gaf geen eenduidige uitkomst. Wel leek er consensus onder het grootste deel van het publiek dat vrijwillige risico-acceptatie zou moeten gelden voor een beperkt aantal gebieden en beleidsterreinen. Er werden wezenlijke vragen gesteld over de betekenis van normen en de rol van de overheid. Maar ook over betekenis voor de samenleving (mogelijk hoge maatschappelijke kosten) en de verzekerbaarheid versus solidariteit met getroffen burgers in dit soort gebieden.

Moet het de Rijksoverheid zijn die op rijksniveau moet bepalen waar die ruimte mag en moet liggen, of moet de decentrale overheid vanuit een goede ruimtelijke ordening (straks: goede leefomgevingskwaliteit) bepalen wat mogelijk is? Zijn decentrale overheden wel in staat om deze afweging te maken? En is vrijwillige risico-acceptatie mogelijk binnen de contouren van artikel 21 van de Grondwet en verdragen? Over al deze vragen is uitvoerig gediscussieerd. Deze discussie levert weer bouwstenen op voor de ontwikkeling van de uitvoeringsregelgeving van de Omgevingswet.

Essay: Vrijwillige risicoacceptatie door gebiedsgerichte normstelling als de echte winst van de Omgevingswet

In oktober 2011 verscheen het rapport Omgevingsrecht en het proces van gebiedsontwikkeling van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) 2. Op pagina 8 van dit rapport wordt een naar de mening van ondergetekende een belangrijke conclusie getrokken ten aanzien van de aard van de (vermeende) knelpunten van het huidige omgevingsrecht voor het proces van gebiedsontwikkeling: Het is maar zeer beperkt de complexiteit van het omgevingsrecht die de planoptimalisatie beperkt. De restrictiviteit van het omgevingsrecht de beperkingen die het oplegt is daarvoor meer bepalend. Die restrictiviteit neemt toe met een toenemend aantal omgevingsrechtelijke beperkingen..

  • Download hier Essay: Vrijwillige risicoacceptatie door gebiedsgerichte normstelling als de echte winst van de Omgevingswet

  • Download hier de powerpoint presentatie

Ruimte voor risico's. Overwegingen bij vrijwillige risicoacceptatie door burgers in het nieuwe omgevingsrecht

Wonen langs de a13: dichtbij uitvalswegen en werk, maar ook permanente geluidsoverlast. Wonen op een industrieterrein: goedkoop met veel ruimte, maar ook de nodige risicos op ongevallen en vervuiling. Of wonen in buitendijks gebied: een prachtig uitzicht, maar ook het gevaar van overstromingen.

Er zijn tal van dergelijke onzekere plekken in Nederland, waar aan bewoning bijzondere voordelen èn bijzondere nadelen kleven. In een dichtbevolkt en hoogontwikkeld land als het onze is ruimte schaars en zijn andere burgers nooit ver weg. Het is nagenoeg onmogelijk om te ontsnappen aan de vervuiling, de overlast of de gevaren die andere burgers produceren snelwegen lopen door stedelijke gebieden en woonwijken zijn nabij industrieterreinen gelegen. En dan zijn er nog de eeuwenoude risicos van het water, waardoor sommige gedeelten van ons land minder veilig zijn voor bewoning dan andere.

  • Download hier Ruimte voor risico's. Overwegingen bij vrijwillige risicoacceptatie door burgers in het nieuwe omgevingsrecht

  • Download hier de powerpoint presentatie

Artikel delen