Doel van het wetsvoorstel is voorkomen dat verzoeken in het kader van de Wet openbaarheid van bestuur worden ingediend die niet zijn gericht op het verkrijgen van informatie maar op het innen van dwangsommen als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een Wob-verzoek. Wob-verzoeken worden met dit wetsvoorstel uitgezonderd van de Wet Dwangsom. Bestuursorganen dienen wel nog steeds tijdig een beslissing op een Wob-verzoek te nemen, wanneer dit niet gebeurt staat bezwaar en beroep open.
Wetsvoorstel aangenomen
De Tweede Kamer heeft op 7 juni 2016 het wetsvoorstel van minister Plasterk van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties tot Wijziging van de Wet openbaarheid van bestuur in verband met aanvullingen ter voorkoming van misbruik aangenomen. De Wet Dwangsom zal door dit wetsvoorstel niet langer meer van toepassing zijn op de Wob.
Misbruik Wob
Als een bestuursorgaan niet tijdig beslist op een aanvraag kan de aanvrager het bestuursorgaan in gebreke stellen. Hierdoor verbeurt het bestuursorgaan aan de aanvrager een dwangsom voor elke dag dat het in gebreke is, doch voor ten hoogste 42 dagen. De dwangsom kan oplopen tot 1.260,- (artikel 4:17 Algemene wet bestuursrecht). Deze regeling geldt ook voor het niet tijdig beslissen op een Wob-verzoek. Van deze regeling wordt veelvuldig misbruik gemaakt. In mijn blogs over de uitspraken van de Afdeling van
27 januari 2016
en
17 februari 2016
kwam dit misbruik van de Wob reeds aan de orde.
Wet open overheid (Woo)
De Wob is aan allerlei wijzigingen onderhevig. Op 19 april 2016 is reeds de Woo door de Tweede Kamer aangenomen waarin onder andere het misbruik van de Wob ook wordt aangepakt. Voor meer informatie over de Woo zie mijn vorige
blog
.
De Eerste Kamer dient zich nu uit te spreken over de twee wetsvoorstellen. Wij houden u op de hoogte van de verdere ontwikkelingen.