De afstemming voor de situatie waarin een omgevingsvergunning voor het bouwen van een bouwwerk is verleend en tegelijkertijd sprake is van een (potentieel) geval van ernstige verontreiniging als bedoeld in de Wet Bodembescherming is geregeld in de Wabo.In de Wabo is in artikel 6.2c geregeld dat het niet mogelijk is om met gebruikmaking van de omgevingsvergunning bouwactiviteiten te verrichten zolang er nog onvoldoende duidelijkheid bestaat over het al dan niet aanwezig zijn van een geval van ernstige verontreiniging ter plaatse en de daartegen te nemen maatregelen.