Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Welke juridische maatregelen tot handhaving zijn mogelijk wanneer iemand de omgeving met asbest in gevaar brengt?

Rijksoverheid 12 augustus 2012

ANTWOORD

Onzorgvuldig handelen met asbestEr zijn diverse juridische mogelijkheden om natuurlijke of rechtspersonen die verwijtbaar anderen in gevaar brengen daar op aan te spreken. Dat kan via het privaatrecht, het bestuursrecht en het strafrecht. In praktijk worden al deze mogelijkheden ook ingezet. Privaatrecht. Volgens artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek pleegt iemand een onrechtmatige daad door te handelen of na te laten in strijd met een wettelijke plicht. Een wettelijke plicht is in dit kader bijvoorbeeld de zorgplicht in artikel 1a van de Woningwet. Volgens dit artikel draagt de eigenaar van een gebouw of degene die uit andere hoofde bevoegd is tot het treffen van voorzieningen er zorg voor dat als gevolg van de staat van dat bouwwerk geen gevaar voor de gezondheid of veiligheid ontstaat dan wel voortduurt. Deze verplichting strekt zich ook uit tot degene die een bouwwerk laat gebruiken, voor zover dat in diens vermogen ligt. Een nadeel van een civiele actie is dat dit kostbaar is en lang duurt. Verder resulteert een onrechtmatige daad in een plicht tot het vergoeden van schade. Die schade moet zich eerst hebben voorgedaan, en bij asbest is het streven juist dat te vermijden. Een eventuele acute blootstelling aan asbest is met zo’n civiele actie niet meteen beëindigd. Strafrecht. Voor de strafrechtelijke afdoening van asbestovertredingen is voornamelijk het Asbestverwijderingsbesluit 2005 van belang. Normadressaat van dit besluit zijn particulieren en opdrachtgevers, met uitzondering van artikel 6 dat regelt dat bepaalde handelingen alleen verricht mogen worden door een gecertificeerd bedrijf. Voor bedrijven/werkgevers zijn de Arbeidsomstandighedenwet en het Arbeidsomstandighedenbesluit van toepassing. Deze wetgeving wordt in beginsel bestuurlijk gehandhaafd door de Inspectie-SZW met een bestuurlijke boete. Deze wetgeving wordt alleen strafrechtelijk gehandhaafd in geval van overtreding van artikel 32 Arbeidsomstandighedenwet en bij andere overtredingen in geval van recidive. Artikel 32 bevat het verbod voor de werkgever om handelingen te verrichten of na te laten in strijd met de Arbeidsomstandighedenwet of de daarop berustende bepalingen, indien daardoor levensgevaar of ernstige schade aan de gezondheid van één of meer werknemers ontstaat of te verwachten is. Daarnaast kunnen ook bepaalde overtredingen van de Woningwet, de wet milieubeheer, Wet bodembescherming en het Wetboek van Strafrecht asbestfeiten betreffen. Artikel 173a en/of artikel 173b van het Wetboek van Strafrecht worden ten laste gelegd als de verdenking bestaat dat opzettelijk danwel aan schuld to wijten is dat, wederrechtelijk, asbest in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater is gebracht, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor anderen to duchten is.Bestuursrecht. Bestuursrecht, waaronder veel wetgeving valt waarbij de overheid op de naleving toeziet, bevat vaak mogelijkheden om op kortere termijn corrigerend op te treden. Zo staan het gemeentebestuur dwangmiddelen ten dienste om op grond van hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht de naleving van artikel 1a van de Woningwet te waarborgen. Daarnaast geldt dat arbogrenswaarden niet mogen worden overschreden. Bij acute blootstelling van werknemers aan asbest in een schoolgebouw kunnen werknemers de Inspectie SZW inschakelen, als het schoolbestuur niet uit zichzelf afdoende maatregelen neemt. Na invoering van het wetsvoorstel aanscherping handhaving en sanctiebeleid SZW-wetgeving kan zelfs vaker een last onder bestuursdwang worden opgelegd.