Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

ECLI:NL:RBMNE:2024:6313

15 november 2024

Jurisprudentie – Uitspraken

Uitspraak

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND

Zittingsplaats Utrecht

Bestuursrecht

zaaknummer: UTR 24/6739


proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van 1 november 2024 in de zaak tussen

Stichting Behoud de Eemvallei, gevestigd in Baarn, verzoekster

(gemachtigden: mr. G.M.J. Storm en mr. D.C. van Kekem)

en

het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Baarn, verweerder

(gemachtigden: R. Vermeeren en A.E.M. Polfliet).

Verder was partij bij de zaak:

Experience Events B.V., gevestigd in Eemnes.

Zitting

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter een mondelinge uitspraak gedaan, direct nadat de zaak is behandeld op de zitting van 1 november 2024. Dit proces-verbaal is de schriftelijke uitwerking van de mondelinge uitspraak.

Op de zitting waren namens Behoud de Eemvallei aanwezig haar secretaris [A] en haar gemachtigden. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigden. Namens Experience Events was haar bestuurder [B] aanwezig. De voorzieningenrechter heeft hen erop gewezen dat er geen hoger beroep open staat tegen deze uitspraak.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.

Motivering van de beslissing

Achtergrond en procedure

  1. Deze zaak gaat over het voornemen van Experience Events om morgen, op 2 november 2024, maximaal vijftig helikoptervluchten te maken vanaf een perceel aan het [adres] in Baarn. Het college van gedeputeerde staten van de provincie Utrecht heeft hiervoor op 30 augustus 2024 een ontheffing verleend voor het buiten een vliegveld opstijgen en landen met een helikopter (een ‘TUG-ontheffing’), op grond van de Wet luchtvaart.


  2. Op 22 oktober 2024 heeft Behoud de Eemvallei het college (van burgemeester en wethouders) verzocht om binnen vijf dagen preventief handhavend op te treden tegen de dreigende overtreding van het verbod om zonder omgevingsvergunning een omgevingsplanactiviteit te verrichten, die bestaat uit het gebruiken van gronden in strijd met het omgevingsplan. Op 30 oktober 2024 heeft Behoud de Eemvallei bij het college bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op haar handhavingsverzoek. Diezelfde dag heeft zij de voorzieningenrechter gevraagd om een voorlopige voorziening te treffen met het oog op de geplande helikoptervluchten op 2 november 2024.

3. Behoud de Eemvallei heeft bezwaar gemaakt tegen het niet tijdig nemen van een besluit, maar bezwaar daartegen is uitgesloten in artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Tegen het niet tijdig nemen van een besluit staat rechtstreeks beroep open bij de bestuursrechter, op grond van artikel 8:1 van de Awb in samenhang met artikel 6:2, aanhef en onder b, van de Awb. Het bezwaarschrift is bij het verzoek om voorlopige voorziening gevoegd, zodat de rechtbank dit als beroepschrift in behandeling zal nemen. Daarmee is sprake van een verzoek om voorlopige voorziening dat wordt gedaan in afwachting van de behandeling door de rechtbank van het rechtstreekse beroep vanwege niet tijdig beslissen. Op deze manier wordt voldaan aan de uit artikel 8:81, eerste lid, van de Awb volgende eis van formele connexiteit met een lopende bezwaar- of beroepsprocedure.


4. De zaak is spoedeisend, omdat het college nog geen besluit heeft genomen op het handhavingsverzoek en de rechtbank het beroep vanwege niet tijdig beslissen nog in behandeling moet nemen, terwijl Experience Events van plan is om morgen helikoptervluchten uit te voeren.

Proceshouding partijen

5. De voorzieningenrechter merkt vooraf op dat zowel Behoud de Eemvallei als het college weinig voortvarend hebben gehandeld. Behoud de Eemvallei wist al sinds 30 augustus dat er op 2 november helikoptervluchten zouden plaatsvinden, maar heeft gewacht tot 22 oktober met het indienen van een handhavingsverzoek en tot 30 oktober met het verzoek om voorlopige voorziening. Het college heeft op de zitting gezegd niet eerder te kunnen beslissen vanwege een verbouwing van het gemeentehuis en problemen met de scanner en de printer, maar dat zijn geen goede redenen om een handhavingsverzoek zoals dit te laten liggen. Het gevolg is dat de voorzieningenrechter binnen een dag een zitting moest houden en uitspraak moet doen en dat Experience Events in onzekerheid zit.


Kans van slagen handhavingsverzoek

6. De vraag die voorligt is of het Omgevingsplan gemeente Baarn wordt overtreden. Het beoordelingskader voor deze locatie vormt het bestemmingsplan Landelijk gebied, dat onderdeel is van het tijdelijke deel van het omgevingsplan. Het perceel heeft de bestemming ‘Agrarisch met landschappelijke en natuurlijke waarden’. Er zijn twee mogelijkheden op grond waarvan het gebruik ten behoeve van het landen en opstijgen van helikopters zou zijn toegestaan. In de eerste plaats is binnen deze bestemming extensief recreatief medegebruik toegestaan, dat is gedefinieerd als vorm van recreatief gebruik waarbij de recreatie geen specifiek beslag legt op de ruimte.n

Zie de bestemmingsomschrijving in artikel 3, eerste lid, aanhef en onder d, in samenhang met de definitiebepaling in artikel 1, onder ll, van de planregels.

In de tweede plaats is gebruik in strijd met de bestemming toegestaan, voor zover dat kortdurend en incidenteel is. De voorzieningenrechter verwijst naar de eerdere rechtspraak waaruit dat volgt en waarvan hij verwacht dat die onder de Omgevingswet wordt voortgezet.n

Bijvoorbeeld de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State van 15 december 2021, ECLI:NL:RVS:2021:2839, overweging 36.1.

7. De voorzieningenrechter overweegt dat deze spoedprocedure zich niet leent voor het beantwoorden van de vragen of het gebruik van helikopters op het perceel onder extensief recreatief gebruik valt, dan wel of het in deze omvang als kortdurend en incidenteel moet worden aangemerkt. Het is aan het college en uiteindelijk aan de rechtbank om dat te beoordelen. De voorzieningenrechter volstaat met het oordeel dat geen sprake is van gebruik dat evident in strijd is met het omgevingsplan en dat zodanig is dat dit direct tot het treffen van een voorlopige voorziening moet leiden. De vraag of er inderdaad sprake is van een dreigende overtreding blijft voor nu dus in het midden.

Belangen bij voorlopige voorziening

8. De voorzieningenrechter weegt vervolgens de belangen van Experience Events en van Behoud de Eemvallei bij het al dan niet treffen van een voorlopige voorziening. Beide partijen hebben die belangen op de zitting toegelicht. Het belang van Experience Events is dat de helikoptervluchten door kunnen gaan, zodat zij haar klanten niet teleur hoeft te stellen en geen financieel nadeel leidt. Dat is een bedrijfsmatig belang. Het belang van Behoud de Eemvallei zit in het beschermen van de nabijgelegen natuurgebieden en met name in het beschermen van de daar voorkomende beschermde vogelsoorten.

9. De voorzieningenrechter weegt het belang van Experience Events zwaarder. Daarvoor is doorslaggevend dat het handhavingsverzoek van Behoud de Eemvallei betrekking heeft op de taak die het college heeft bij de bestuurlijke handhaving van het omgevingsplan. Daarbij gaat het om ruimtelijk relevante belangen die uiteenlopend kunnen zijn, maar die zich niet uitstrekken tot de onderwerpen die de Omgevingswet in aanvulling daarop specifiek regelt. In dit geval is daarvan sprake, omdat Behoud de Eemvallei zich beroept op belangen die verband houden met Natura 2000-activiteiten en flora- en fauna-activiteiten. Voor die activiteiten is het college van gedeputeerde staten het bevoegd gezag voor de bestuurlijke handhaving. Om deze reden wegen de belangen waarop Behoud de Eemvallei zich beroept in deze procedure over de handhaving van het omgevingsplan voor de voorzieningenrechter minder zwaar.

10. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Dat betekent dat de helikoptervluchten door mogen gaan. Het college hoeft geen griffierecht of proceskosten te vergoeden.

Deze uitspraak is gedaan door mr. K. de Meulder, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. M.H.L. Debets, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 1 november 2024.

griffier

voorzieningenrechter

Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Artikel delen