Je hebt deze gids vast gekocht of gekregen omdat je bent toegetreden tot de wereld van de beleidsmakers
De functienamen beleidsmaker, beleidsadviseur of beleidsmedewerker worden naast elkaar gebruikt. Vaak is de officiële functienaam beleidsmedewerker of beleidsadviseur. De inhoud van deze gids is van toepassing is op alle varianten. of dat van plan bent. Welkom! Het is een mooie wereld, waarin je veel verschil kunt maken. Ik ga iedere dag met veel plezier naar mijn werk en hoop voor jou hetzelfde. Als je inmiddels aan je nieuwe functie bent begonnen, heb je vast gemerkt dat er veel op je af komt. Die ervaring heb ik ook. Het vak beleid maken heb ik in de praktijk geleerd. Door voor verschillende gemeenten te werken heb ik geleerd welke vragen je moet stellen als je ergens start. Die vragen heb ik destijds zelf moeten bedenken, maar ik heb ze voor jou op een rijtje gezet. Met als resultaat deze praktische gids, die ervoor zorgt dat je snel je weg kunt vinden.
In dit boek leer je niet hoe je goed beleid maakt. Daar zijn al veel interessante boeken over geschreven. Deze gids is een wegwijzer in het doolhof dat een gemeente kan zijn. Het bestaat uit vier delen. We beginnen met de context waarbinnen je werkt en kijken naar de lokale politieke context, de verhouding tussen gemeente, provincie en het rijk en de planning-en-controlcyclus waarbinnen we constant opereren. Vervolgens staan de vaardigheden die je nodig hebt als beleidsmaker centraal. Daarbij kun je denken aan opdrachtgericht werken, samenwerken met externe partners en schrijfvaardigheden. In deel drie staan we stil bij problemen uit de praktijk, die voor veel ambtenaren herkenbaar zijn, zoals de vraag of je wel het goede doet. Ik geef je handvatten om daarop te reflecteren. Andere problemen betreffen het werken in een bureaucratisch systeem waarin je toch snel en wendbaar wilt zijn, over hoe ambtelijke loyaliteit kan botsen met je persoonlijke waarden en hoe je effectief binnen het complexe systeem waarin je werkt. Als je het boek hebt gelezen, kun je direct zelf aan de slag met deel 4: een aantal nuttige vragen dat je kunt stellen om jouw gemeente zo snel mogelijk te leren kennen.
Aan de basis van deze gids staat een enquête die ik heb gehouden onder 146 (oud)beleidsmakers bij gemeenten. Ik vroeg ze hoe zij het vak onder de knie hebben gekregen en hoe ze hun start hebben ervaren. Van hen kreeg ik tips en handvatten aangereikt die je in dit boek terugvindt. Volgens de respondenten zijn de volgende factoren cruciaal voor een startende beleidsmaker: een buddy om je te helpen, duidelijkheid over wat er van je wordt verwacht, hulp bij schrijven van (interne) stukken, procedures overzien, hulp om hoofd- en bijzaken te onderscheiden en politieke sensitiviteit ontwikkelen. Ze komen allemaal aan bod in deze gids.
Tot slot nog een woord van dank. De druk is in gemeentehuizen vaak hoog en de verwachtingen zijn niet altijd realistisch. Maar gelukkig ben ik bij elke gemeente ook altijd trotse beleidsmakers tegengekomen die met veel kundigheid, toewijding en plezier werken aan een betere gemeente. Een aantal van hen heeft ook bijgedragen aan dit boek. Ik wil specifiek mijn (oud-)collega’s Esther de Ruiter, Roel van Rijswijk, Esther van Duuren, Stèphan Meijer, Niels Elferink en Mireille Ruijmgaart bedanken voor hun fijne, opbouwende en kritische bijdrage aan dit boek.
Deventer, mei 2025
Manouk Visser