Gelden de inhoudelijke regels van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) ook voor vergunningplichtige milieubelastende activiteiten? Dat is meestal wel het geval. Dat maakt het anders dan onder de oude regelgeving. De richtingaanwijzers van hoofdstuk 3 Bal vermelden de uitzonderingen op deze regel.
Hoofdstuk 3 van het Bal geeft per paragraaf aan wanneer een vergunningplicht geldt voor een milieubelastende activiteit (mba). In dezelfde paragraaf staat ook de zogenaamde ‘richtingaanwijzer’. Dit is een artikel, te herkennen aan de kop ‘algemene regels’, dat aangeeft welke inhoudelijke regels uit de hoofdstukken 4 en 5 van toepassing zijn.
Het uitgangspunt van het Bal is dat er bij de aanwijzing van de inhoudelijke regels geen algemene uitzondering is voor vergunningplichtige gevallen. Als de werking van de inhoudelijke regels beperkt is tot niet-vergunningplichtige gevallen of juist alleen tot vergunningplichtige gevallen, dan staat dit expliciet in de richtingaanwijzer.
Een voorbeeld: paragraaf 4.1.2 (opslaan van vuurwerk) van het inmiddels vervallen Activiteitenbesluit gold alleen voor niet-vergunningplichtige inrichtingen. Paragraaf 4.102 van het Bal, dat ook over opslag van vuurwerk gaat, geldt in alle gevallen. Dus ook als de opslag vergunningplichtig is.
Een ander voorbeeld: de regels voor de voedingsmiddelenindustrie. Vroeger gold paragraaf 3.6.3 van het Activiteitenbesluit zowel voor vergunningplichtige als voor niet-vergunningplichtige gevallen. Bij paragraaf 3.4.8 van het Bal verschilt het per set inhoudelijke regels. In de richtingaanwijzer van artikel 3.132 geldt het eerste lid in alle gevallen en het tweede lid alleen voor niet-vergunningplichtige gevallen. Het derde lid geldt alleen voor vergunningplichtige gevallen behalve de verwijzing naar paragraaf 5.4.1, die voor alle gevallen geldt.
Om misverstanden te voorkomen kan het handig zijn om in de toelichting bij de vergunning aan te geven welke algemene regels uit het Bal van toepassing zijn op het bedrijf.
