Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

14e RECHTERLIJKE UITSPRAAK BOPA! (o.a. beperkte toegankelijkheid gebied, opnieuw gebruiken eerder onderzoek, geluid)

Op 3 oktober 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5244 is de inmiddels 14e rechterlijke uitspraak gepubliceerd over de buitenplanse omgevingsplanactiviteit (BOPA). De uitspraak is gedaan door de rechtbank Midden-Nederland.

3 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Interessante aspecten aan deze 14e BOPA-uitspraak is de herhaalde toepassing van een BOPA voor dezelfde locatie (voor verschillende evenementen), gebruiksbeperkingen in het park waar het evenement plaats zal vinden, het kunnen gebruiken van onderzoeken die met het oog op een ander evenement op dezelfde locatie zijn opgesteld, geluid en de vermeende beschadiging van flora- en fauna.

De eerdere 13 uitspraken over de BOPA zijn de volgende:

•1. Rb. Gelderland van 29 maart 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:1822;

•2. Rb. Noord-Holland 2 april 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:3117;

•3. Rb. Gelderland 11 april 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2126;

•4. Rb. Gelderland 13 mei 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2827;

•5. Rb. Zeeland West-Brabant 9 augustus 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5121;

•6. Rb. Midden-Nederland 9 augustus 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4727;

•7. Rb Amsterdam 12 augustus 2024, ECLI:NL:RBAMS:2024:4679;

•8. Rb. Gelderland 23 augustus 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5749;

•9. Rb. Midden-Nederland 26 augustus 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:5097 ;

•10. Rb. Zeeland West-Brabant 29 augustus 2024, ECLI:NL:RBZWB:2024:5780;

•11. Rb. Gelderland 30 augustus 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:5928;

•12. Rb. Den Haag 13 september 2024, ECLI:NL:RBDHA:2024:14503;

•13. Rb. Midden-Nederland 30 september 2024, ECLI:NL:RBMNE:2024:4951.

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening tegen de vergunning die het college op 20 augustus 2024 aan vergunninghouder heeft verleend. Het gaat om een tijdelijke omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsactiviteit voor het evenement ‘Introductieweek Instituut Engineering & Design, Hogeschool Utrecht 2024’ op de locatie [locatie] aan de [straat] in Utrecht. Het evenement zelf vindt plaats van maandag 26 augustus tot vrijdagochtend 30 augustus. De opbouw start op vrijdag 23 augustus en de afbouw vindt plaats op 30 augustus 2024. Naar aanleiding van de ingediende bezwaren van verzoekers heeft het college de eerder op 1 augustus 2024 voor dit evenement verleende vergunning ingetrokken en daarvoor in de plaats op 20 augustus 2024 een vervangende vergunning verleend. In deze nieuwe vergunning zijn geluidsvoorschriften aangescherpt en is op onderdelen de motivering gewijzigd en aangevuld. De voorzieningenrechter zal de beoordeling van het verzoek om voorlopige voorziening alleen betrekking laten hebben op de nieuw verleende vergunning.

Verzoekers hebben aangevoerd dat de bevoegdheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor activiteiten die afwijken van het omgevingsplan niet is bedoeld om bij regelmaat evenementen op een locatie toe te staan.

De Omgevingswet staat niet in de weg aan het herhaald toepassen van de bevoegdheid om een omgevingsvergunning te verlenen voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit op dezelfde locatie. De wet maakt het uitdrukkelijk mogelijk om ook voor tijdelijke afwijkingen van een omgevingsplan een vergunning te verlenen. Er is geen beperking gesteld aan het aantal keren dat hiervan gebruik wordt gemaakt. Er dient echter wel elke keer een afweging te worden gemaakt of de activiteit die tijdelijk plaatsvindt met het oog op een evenwichtige toedeling van functies aanvaardbaar kan worden geacht en geen strijd oplevert met provinciale- en rijksinstructieregels. Ook moeten de relevante belangen in de beoordeling worden gewogen. Hierbij moet ook meegewogen worden hoe vaak op een locatie een evenement wordt georganiseerd. Naarmate er vaker evenementen op dezelfde locatie plaatsvinden, moeten hogere eisen worden gesteld aan de afweging om die evenementen met een afzonderlijke omgevingsvergunning toe te staan. De aspecten die het college in het kader van een evenwichtige toedeling van functies in zijn besluitvorming heeft betrokken en de gemaakte belangenafweging, zullen hierna aan de orde komen.

Beperking van het gebruik van het park

Verzoekers hebben aangevoerd dat onvoldoende rekening is gehouden met de belangen van de wijkbewoners. Deze kunnen gedurende het evenement (met inbegrip van de op- en afbouwdagen) geen gebruik maken van delen van het park.

Het college heeft aangevoerd dat een park bij uitstek een locatie is die zich leent voor het organiseren van (culturele) activiteiten in de buitenlucht. Het college wil in een studentenstad openbare ruimte ook beschikbaar stellen voor (feestelijke) bijeenkomsten van studenten in het kader van bijvoorbeeld de opening van het studentenjaar in de introductieperiode. Dat het park in zulke situaties niet openbaar voor een ieder toegankelijk is, acht het college een voor lief te nemen gevolg van minder groot belang. Het college stelt in dat verband dat in totaal maar een beperkt aantal dagen in het jaar een evenement in [locatie] plaatsvindt. Bovendien is gedurende een evenement slechts een deel van het park niet toegankelijk. De voorzieningenrechter acht deze afweging niet onredelijk.

Onderzoeken die aan de vergunning ten grondslag liggen

Verzoekers hebben aangevoerd dat het natuuronderzoek en het akoestisch onderzoek niet met het oog op dit evenement, maar met het oog op een ander evenement op dezelfde locatie zijn opgesteld.

De voorzieningenrechter stelt vast dat het akoestisch onderzoek niet meer ten grondslag is gelegd aan de vergunning van 20 augustus en daarom geen bespreking meer behoeft. Het natuuronderzoek richt zich op de flora- en fauna en natuurwaarden in het park en ziet niet op een specifiek evenement. Zeker nu het evenement op precies dezelfde locatie plaatsvindt binnen het park als waar in het onderzoek van uit is gegaan, valt niet in te zien waarom dit onderzoek niet aan de vergunning ten grondslag kon worden gelegd. Bovendien heeft de RUD bevestigd dat dit onderzoek nog bruikbaar is.

Geluid

Verzoekers vrezen voor geluidsoverlast.

Omdat met de nieuw verleende vergunning zowel de toelaatbare geluidsniveaus als de tijden waarop versterkt geluid mag plaatsvinden zijn aangescherpt, is naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende rekening gehouden met de belangen van omwonenden en gebruikers van de overige delen het park en de speelplaats. De in de vergunning opgenomen geluidsnormering voldoet ruimschoots aan de gemeentelijke beleidsregel geluidsnormen bij buitenevenementen. Tijdens de zitting hebben verzoekers bovendien de verwachting uitgesproken dat gelet op de ervaring met het meest recente evenement, de geluidsoverlast met deze normering beperkt zal blijven.

Beschadiging flora en fauna

Verzoekers vrezen voor beschadiging van bomen en het grasveld en voor negatieve effecten voor in het park aanwezige dieren.

De voorzieningenrechter stelt vast dat aan de omgevingsvergunning voorschriften zijn verbonden over de bescherming van flora en fauna. Daarin zijn maatregelen opgenomen om schade aan het park en de bomen te voorkomen en gevolgen voor dieren te beperken. Volgens het college herstelt het gras na het evenement voldoende. Daarbij zullen maatregelen getroffen worden om de grasmat te beluchten, hetgeen het herstel zal bevorderen. De voorzieningenrechter heeft geen reden om te twijfelen dat met de voorschriften voldoende is gewaarborgd dat beschadigingen worden voorkomen. De voorzieningenrechter twijfelt evenmin over de herstelmogelijkheden van de grasmat. En dat voor het herstel van het gras een langere periode nodig is, hoefde voor het college geen reden te zijn om de vergunning te weigeren.

Overige argumenten

Verzoekers hebben nog een aantal argumenten van meer praktische aard naar voren gebracht die hadden moeten leiden tot de weigering van de vergunning, zoals dat fietsen in een stalling horen en niet in een park, dat een park geen camping is, dat er te weinig sanitair is voorzien en dat de APV het overnachten in openbaar gebied verbiedt.

Ook in deze gronden ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding om te verwachten dat de vergunning in bezwaar niet in stand zal kunnen blijven. Niet aannemelijk is gemaakt dat er onvoldoende sanitaire voorzieningen aanwezig zullen zijn. De norm die voor een reguliere camping wordt gehanteerd, hoeft niet voor een evenement te worden aangehouden. Ten aanzien van de APV heeft het college toegelicht dat het verbod om te overnachten in openbaar gebied niet toepasselijk is nu de vergunning er toe leidt dat de locatie wordt afgesloten en voor de duur van het evenement niet meer als openbaar gebied kan worden aangemerkt. De voorzieningenrechter kan deze uitleg op zichzelf volgen.

Conclusie voorlopig rechtmatigheidsoordeel

De voorzieningenrechter is van oordeel dat het college, bij afweging van alle betrokken belangen, in redelijkheid de omgevingsvergunning heeft kunnen verlenen.

Artikel delen