Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Afdeling vult lacune overgangsrecht Omgevingswet ten aanzien van procedure tot vaststelling hogere grenswaarde geluidsbelasting op ‘nog niet geprojecteerde woningen’

In dezelfde hiervoor aangehaalde uitspraak van 5 juni 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2324) zet de Afdeling met het oog op de rechtsvorming en rechtspraktijk uiteen welk recht van toepassing is na vernietiging van een besluit tot vaststelling van een hogere grenswaarde op grond van de Wet geluidhinder (“Wgh”).

15 juni 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Daarmee vult de Afdeling voor zogenoemde nog niet geprojecteerde woningen in zones langs wegen of rond industrieterreinen een lacune in het overgangsrecht vanwege de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024. Want waar art. 3.5, eerste lid, aanhef en onder b, onder 1°, en art. 3.6, eerste lid, aanhef en onder c, onder 2° Aanvullingswet geluid Omgevingswet specifiek overgangsrecht bevat voor op grond van de Wgh genomen besluiten tot het vaststelling van hogere waarden voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting op (bestaande, in aanbouw zijnde of geprojecteerde) woningen, geluidsgevoelige gebouwen en geluidsgevoelige terreinen vanwege wegverkeerslawaai respectievelijk industrielawaai, ontbreekt dit overgangsrecht voor het vaststellen van hogere waarden voor nog niet geprojecteerde woningen. Het gaat hierbij om nieuwe woningen waarvoor nog geen juridisch-planologische basis is gelegd in een vastgesteld bestemmingsplan. Voor deze categorie nieuw te realiseren woningen (als bedoeld in onder meer art. 59, eerste lid, en art. 83, tweede lid, Wgh) bepaalt de Afdeling dat op een besluit tot het vaststellen van een hogere waarde, waarvoor een aanvraag is ingediend of waarvan een ontwerp ter inzage is gelegd vóór het tijdstip van inwerkingtreding van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet het recht zoals dat gold vóór 1 januari 2024 van toepassing blijft totdat het besluit onherroepelijk is.

Artikel delen