Het college van burgemeester en wethouders van de Brabantse gemeente Son en Breugel legde bij besluit van 15 april 2022 een last onder dwangsom op tegen het zonder omgevingsvergunning bouwen van vier schuilgelegenheden voor alpaca’s. De rechtbank overwoog dat het college zich terecht op het standpunt had gesteld dat de schuilgelegenheden in strijd met het bestemmingsplan gebouwd zijn, en hiervoor geen vergunning was verleend. De rechtbank zag daarnaast niet de door appellant gestelde noodzaak voor een schuilgelegenheid in ten behoeve van het welzijn van de alpaca’s.
In hoger beroep bij de Afdeling was niet in geschil dat er in strijd met het bestemmingsplan is gebouwd. Appellant voerde echter aan dat handhavend optreden onevenredig is in verhouding tot het daarmee te dienen doel. Appellant stelde dat om zinvol gebruik te kunnen maken van een bestemming, het noodzakelijk is dat hiervoor bouwkundige voorzieningen worden toegelaten. Dit betekent volgens appellant dat om alpaca’s te kunnen houden het bouwen van een schuilgelegenheid voor deze alpaca’s noodzakelijk is, doordat er geen andere schuilgelegenheden te vinden zijn op het terrein van appellant. Het handhavend optreden door het college is volgens de appellant dan ook onevenredig doordat het niet toestaan van schuilgelegenheden in strijd is met de Wet dieren en het Besluit houders van dieren.
De Afdeling oordeelde dat de rechtbank terecht stelde dat de noodzaak van een schuilgelegenheid geen aanleiding vormt om te oordelen dat handhaving onevenredig is. De Afdeling stelt dat de noodzaak voor het bouwen van schuilgelegenheden niet kan worden aangemerkt als bijzondere omstandigheid waarvoor van handhaven moet worden afgezien. Appellant is zelf verantwoordelijk om een oplossing te vinden voor de eventuele problemen die ontstaan door verwijdering van de schuilgelegenheden. Appellant heeft er zelf voor gekozen op alpaca’s te houden op een perceel waar op grond van het bestemmingsplan geen schuilgelegenheden zijn toegestaan. Er bestaat hierdoor geen aanleiding om te stellen dat handhavend optreden in deze situatie niet in verhouding staat tot het daarmee te dienen doel.
Hoe de alpaca’s in kwestie denken over het feit dat zij op dit perceel zonder schuilgelegenheid komen te zitten, zullen we nooit weten. Deze dieren konden er helaas niks aan doen dat hun eigenaar in strijd met het bestemmingsplan bouwde.