Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Begunstigingstermijn mag niet worden gekoppeld aan moment dat legaliserende omgevingsvergunning wordt verleend

Verzoekers wonen aan de [adres] in [woonplaats] (gemeente Gooise Meren), achter de bakkerij aan de [adres] in [vestigingsplaats] (het perceel). Op 21 januari 2024 hebben verzoekers het college verzocht om handhavend op te treden tegen de bakkerij. In dat kader hebben zij aangevoerd dat sprake is van een brandgevaarlijke situatie en van lang bestaande en toenemende geuroverlast, geluidsoverlast en parkeeroverlast als gevolg van de toenemende productieactiviteiten van de bakkerij. Daarom is het onwenselijk dat de illegale situatie nog voor onbepaalde tijd kan voortduren nu de begunstigingstermijn voor last A en B is verlengd tot zes weken nadat op de omgevingsvergunningaanvraag is beslist dan wel nadat deze is ingetrokken. Zij vinden deze verlenging naar een onbepaalde datum in de toekomst in strijd met het rechtszekerheidsbeginsel en de vaste rechtspraak over het bepalen van een begunstigingstermijn.

10 November 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Het college heeft op het verzoek van verzoekers besloten dat handhavend wordt opgetreden, omdat sprake is van overtredingen van de Omgevingswet. Er is gebouwd zonder vergunning en ook worden de gronden van het perceel gebruikt in strijd met de regels uit het Omgevingsplan zonder dat voor het gebruik een omgevingsvergunning is verleend.

De wet bepaalt dat het college als bevoegd gezag bij een last onder dwangsom die strekt tot het ongedaan maken van een overtreding een termijn moet stellen waarbinnen de overtreder de last kan uitvoeren zonder dat een dwangsom wordt verbeurd (art. 5:32a, tweede lid, van de Awb). Volgens vaste rechtspraak geldt bij het bepalen van de lengte van de begunstigingstermijn als uitgangspunt dat deze termijn niet wezenlijk langer mag worden gesteld dan noodzakelijk is om de overtreding te kunnen opheffen.

Naar voorlopig oordeel is het bestreden besluit ten aanzien van de daarin gestelde begunstigingstermijn niet rechtmatig en kan het besluit in die zin niet in stand blijven.

Het college heeft nu in het bestreden besluit een begunstigingstermijn gesteld die afhankelijk is van een toekomstig onzekere gebeurtenis, namelijk zijn beslissing op de aanvraag om een omgevingsvergunning van de bakkerij. De tijd die het vergt voor het college om een beslissing op de aanvraag te nemen is nu bepalend voor de lengte van de begunstigingstermijn en dat is niet juist, omdat daarmee de lengte van de begunstigingstermijn niet voldoende concreet en niet op voorhand vast staat (ABRvS van 23 oktober 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3590).

Artikel delen