Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Belanghebbende vanwege gevolgen van zonnepanelen binnen duingebied voor de lokale neerslag?

Op 24 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5417 heeft de ABRvS een uitspraak gedaan over een opmerkelijke casus inzake het leerstuk van belanghebbendheid (artikel 1:2, lid 1 Awb) en de toepassing van het criterium of appellant 'gevolgen van enige betekenis' zal ondervinden.

12 januari 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Het beroep van de appellant richt zich tegen de omgevingsvergunning voor de testvelden. De appellant betoogt dat de zonnepanelen zullen leiden tot een verstoring in de lokale neerslag. Volgens hem stralen zonnepanelen warmte uit, waardoor er minder neerslag in de omgeving zal vallen, terwijl de grondwaterstand al laag is. Deze verdroging zal een negatieve invloed hebben op het Natura 2000-gebied Maasduinen. De verdroging leidt daarnaast tot problemen voor zijn agrarische bedrijf. De appellant vreest voor hogere kosten, bijvoorbeeld door het moeten beregenen van zijn gronden en een hogere brandverzekering. De Afdeling toetst of er sprake is van 'gevolgen van enige betekenis'. Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ van de activiteit is een correctie op dit uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen.

Het beroep van [appellant sub 6] richt zich tegen de omgevingsvergunning voor de testvelden. [appellant sub 6] betoogt dat de zonnepanelen zullen leiden tot een verstoring in de lokale neerslag. Volgens [appellant sub 6] stralen zonnepanelen warmte uit, waardoor er minder neerslag in de omgeving zal vallen, terwijl de grondwaterstand al laag is. Deze verdroging zal een negatieve invloed hebben op het Natura 2000-gebied Maasduinen. De verdroging leidt daarnaast tot problemen voor het agrarische bedrijf van [appellant sub 6]. [appellant sub 6] vreest voor hogere kosten, bijvoorbeeld door het moeten beregenen van zijn gronden en een hogere brandverzekering.

Het college stelt zich op het standpunt dat het beroep van [appellant sub 6] niet-ontvankelijk is, omdat deze niet kan worden aangemerkt als belanghebbende zoals bedoeld in artikel 1:2, lid 1 Awb.

Wie rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van een activiteit die het besluit - zoals een bestemmingsplan of een vergunning - toestaat, is in beginsel belanghebbende bij dat besluit. Het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ van de activiteit is een correctie op dit uitgangspunt. Zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit. Hij onderscheidt zich dan onvoldoende van anderen. Om te bepalen of er gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie van iemand zijn, kijkt de Afdeling naar de factoren afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (o.a. geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat. Zij bekijkt die factoren zo nodig in onderlinge samenhang. Ook de aard, intensiteit en frequentie van de feitelijke gevolgen kunnen van belang zijn.

De Afdeling stelt voorop dat [appellant sub 6] geen zienswijze heeft ingediend tegen de besluiten en dus niet alleen al daarom in beroep mag (gezien de 'Varkens in Nood'-jurisprudentie, YS). De Afdeling overweegt vervolgens dat de kortste afstand tussen de gronden van [appellant sub 6] en de gronden waar de testvelden op zijn voorzien, ongeveer 1,67 km is. Tussen de gronden van [appellant sub 6] en de gronden waar de testvelden op zijn voorzien, ligt het Natura 2000-gebied Maasduinen en de gronden die bestemd zijn voor zonnevelden of een zonnepark. Gelet hierop, acht de Afdeling het niet aannemelijk dat [appellant sub 6] gevolgen van enige betekenis zal ondervinden van de omgevingsvergunning voor het oprichten van de testvelden.

De gevolgen van de zonnepanelen voor het klimaat, in het bijzonder de neerslag ter plaatste, die [appellant sub 6] vreest, zijn niet onderbouwd en daardoor onvoldoende concreet om te kunnen oordelen dat de zonnevelden voor [appellant sub 6] gevolgen van enige betekenis hebben. [appellant sub 6] is daarom geen belanghebbende bij deze omgevingsvergunning. Het beroep van [appellant sub 6] is daarom niet-ontvankelijk.

Artikel delen