Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beoordeling belanghebbendheid omwonende bij vergunde staluitbreiding: ligging woning buiten geurcontour geen ontvankelijkheidscriterium

De Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt in zijn uitspraak van 12 augustus 2025 (ECLI:NL:RVS:2025:5514) dat het college het bezwaar van eiseres tegen de verleende omgevingsvergunning voor het realiseren van een aanbouw aan een rundveestal ten onrechte niet-ontvankelijk heeft verklaard.

2 September 2025

Samenvatting

Samenvatting

Het college heeft zich daarbij op het standpunt gesteld dat eiseres geen gevolgen van enige betekenis ondervindt, nu zij geen direct zicht op de aanbouw heeft, woonachtig is op meer dan 450 meter afstand van de projectlocatie, de vergunde aanbouw een uitbreiding van een bestaand agrarisch bedrijf binnen het bouwvlak betreft, deze uitbreiding een beperkte planologische uitstraling heeft en de woning van eiseres ver buiten de geurcontour van 100 meter (als bedoeld in de Wet geurhinder en veehouderij) is gelegen. De rechtbank ziet dit anders en herhaalt dat volgens vaste Afdelingsrechtspraak iemand in beginsel belanghebbende is bij een omgevingsvergunning, als diegene rechtstreeks feitelijke gevolgen ondervindt van het bestreden besluit. Als correctie op dit uitgangspunt wordt het criterium ‘gevolgen van enige betekenis’ gehanteerd: zonder gevolgen van enige betekenis heeft iemand geen persoonlijk belang bij het besluit (vgl. de Afdelingsuitspraak van 30 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4377). Ter bepaling of sprake is van gevolgen van enige betekenis voor de woon-, leef- of bedrijfssituatie, betrekt de Afdeling factoren als afstand tot, zicht op, planologische uitstraling van en milieugevolgen (onder andere geur, geluid, licht, trilling, emissie, risico) van de activiteit die het besluit toestaat. Toegepast op de voorliggende zaak stelt de rechtbank vast dat de woning van eiseres op ongeveer 378 meter van de projectlocatie is gelegen en daarmee minder ver dan het college heeft aangenomen. Naar het oordeel van de rechtbank betekent de enkele omstandigheid dat bepaalde milieugevolgen zijn genormeerd door een afstandseis, contour of grenswaarde (zoals in dit geval het aspect ‘geur’) niet dat die norm ook bepalend is voor de vraag of iemand als belanghebbende bij een besluit kan worden aangemerkt (vgl. de Afdelingsuitspraak van 15 april 2020, ECLI:NL:RVS:2020:1077). Indien het besluit en de gronden daartoe aanleiding geven komt de vraag of aan die norm wordt voldaan pas bij de inhoudelijke beoordeling aan de orde. De rechtbank concludeert dat het college in dit geval niet aannemelijk heeft gemaakt dat eiseres geen gevolgen van enige betekenis ondervindt van de verleende omgevingsvergunning. 

Artikel delen