Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Beoordeling verzoek intrekking natuurvergunning geitenhouderij (Gelderland)

In de uitspraak over het verzoek van Stichting ‘Dorp en Landschap Bommelerwaard’ om de natuurvergunning van een geitenhouderij in Hurwenen in te trekken (er zouden méér geiten zijn vergund dan dat de stallen ruimte bieden) komt de Afdeling (uiteindelijk) tot een ander oordeel.

4 July 2025

Door de uitleg over de eigenschappen en kenmerken van het Natura 2000-gebied ‘Rijntakken’ in samenhang met de gegevens uit AERIUS Monitor 2022 waarin een prognose is gegeven van de effecten van de passende maatregelen, heeft het college van GS van voldoende inzichtelijk gemaakt dat deze maatregelen tot gevolg hebben dat de stikstofdepositie binnen afzienbare termijn daalt en door deze daling wordt voorkomen dat de natuurwaarden in Rijntakken verslechteren.
In deze zaak wordt in het kader van art. 5.4, aanhef, eerste lid onder b Wnb ook een oordeel gegeven over de vraag of door de vergunninghouder onjuiste gegevens zijn verstrekt.


Zoals volgt uit overweging 8 van de uitspraak van de Afdeling van 26 oktober 2022, ECLI:NL:RVS:2022:3074, speelt verwijtbaarheid van het ten grondslag leggen van onjuiste gegevens aan een vergunningaanvraag geen rol. De tweede voorwaarde voor toepassing van deze intrekkingsgrondslag is dat indien de juiste gegevens bekend zouden zijn geweest, dit dan had geleid tot een ander besluit. Als aan het bovenstaande wordt voldaan, dan kan het college overgaan tot intrekking van de natuurvergunning. Dit is een bevoegdheid, waardoor het college kan beoordelen of de intrekking of wijziging in een bepaald geval al dan niet een juiste maatregel is (zie ook onder 6.4 in de uitspraak van de Afdeling van 20 januari 2021, ECLI:NL:RVS:2021:71). Overigens is van deze situatie ook geen sprake en dat betekent dat het verzoek terecht is afgewezen.

AbRvS 2 juli 2025 ECLI:NL:RVS:2025:2973

Artikel delen