Uit de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland van 4 oktober 2024 (ECLI:NL:RBMNE:2024:5728) volgt dat het aan GS gerichte verzoek van een milieuvereniging om bij alle veehouders binnen 500 meter van de grens van het Natura 2000-gebied te controleren en handhaven op overtredingen van de natuurvergunningplicht te onbepaald is om als aanvraag in de zin van art. 1:3 Algemene wet bestuursrecht (“Awb”) te kunnen worden aangemerkt.
De rechtbank overweegt dat een handhavingsverzoek over het algemeen niet het bewijs hoeft te bevatten dat tot handhaving moet worden overgegaan. Het ligt wel op de weg van degene die om handhaving verzoekt om het bevoegd gezag enige aanknopingspunten te bieden voor onderzoek naar de vraag of sprake is een overtreding (vgl. de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (“Afdeling”) van 19 oktober 2016, ECLI:NL:RVS:2016:2743, en de uitspraak van het College van Beroep voor bedrijfsleven (“CBb”) van 18 april 2018, ECLI:NL:CBB:2018:128). Uit de rechtspraak volgt bovendien dat een verzoek om controles uit te voeren zonder daarbij te wijzen op concrete overtredingen en overtreders, niet kan worden opgevat als een verzoek om een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke sanctie te nemen, zodat de reactie daarop niet als besluit als bedoeld in art. 1:3 Awb kan worden aangemerkt. Zo’n verzoek is dan een verzoek om feitelijke handelingen te verrichten (vgl. de Afdelingsuitspraak van 4 maart 2020, ECLI:NL:RVS:2020:671). Dat het verzoek van de milieuvereniging in dit geval geografisch is afgebakend tot een gebied binnen een straal van 500 meter van het Natura 2000-gebied laat volgens de rechtbank onverlet dat zij geen concrete activiteiten of overtredingen heeft genoemd, zodat het verzoek in feite neerkomt op het verzoek om bij alle (bijna 70) veehouders in het gebied controles uit te voeren op naleving van natuurvergunningen. Naar het oordeel van de rechtbank kan een dergelijk verzoek niet worden opgevat als een aanvraag in de zin van art. 1:3 Awb en de afwijzende reactie van GS op dat verzoek niet als een appellabel besluit. Hoewel de milieuvereniging haar verzoek in de beroepsfase alsnog heeft geconcretiseerd door toe te lichten dat het haar onder meer te doen is om de vergunde dieraantallen, stalsystemen en PAS-melders, is dit volgens de rechtbank te laat: volgens vaste rechtspraak is de inhoud van het verzoek bepalend voor de omvang van het geding; als eenmaal een besluit is genomen op een handhavingsverzoek, kan de reikwijdte van het verzoek daarna niet meer worden uitgebreid (vgl. de Afdelingsuitspraak van 13 december 2023, ECLI:NL:RVS:2023:4634).