Het College van B&W van de gemeente Leiden heeft aan verzoeker een tegemoetkoming in planschade toegekend. Verzoeker heeft tegen het besluit bezwaar gemaakt en vervolgens heeft het College met de beslissing op bezwaar het besluit herroepen en de toegekende planschadevergoeding op nihil gesteld. Verzoeker doet vervolgens een beroep op het verbod op reformatio in peius.
De Afdeling wijst er op dat zij eerder heeft overwogen (ECLI:NL:RVS:2008:BG5885) dat uit de geschiedenis van de totstandkoming van de Awb volgt dat het bezwaarschrift er niet toe mag leiden dat het bestuursorgaan de heroverweging gebruikt om een verslechtering van de positie van de indiener te bereiken die zonder bezwaarschriftprocedure niet mogelijk zou zijn. Voorts wijst de Afdeling op haar eerdere uitspraak (ECLI:NL:RVS:2010:BO2720) dat aan het college in beginsel niet de bevoegdheid kan worden ontzegd om een besluit tot het toekennen van planschadevergoeding in te trekken of te wijzigen, indien achteraf blijkt dat deze ten onrechte is toegekend, zij het dat deze bevoegdheid wordt begrensd door algemene rechtsbeginselen, in het bijzonder het rechtszekerheidsbeginsel. Van schending van het rechtszekerheidsbeginsel is geen sprake wanneer het besluit wordt ingetrokken omdat de verzoeker onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt en het verstrekken van juiste of volledige gegevens tot een ander besluit op het verzoek om planschadevergoeding zou hebben geleid.
Gelet hierop oordeelt de Afdeling dat het standpunt van het College dat het te allen tijde bevoegd is een planschadebesluit te wijzigen, onjuist is. In dit geval staan de algemene rechtsbeginselen, en dan met name het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel, in de weg aan intrekking van het planschadebesluit. Er is namelijk niet gebleken dat verzoeker onjuiste of onvolledige informatie heeft verstrekt op basis waarvan de SAOZ een onjuist advies heeft uitgebracht en het college een verkeerd besluit heeft genomen. Ook de stelling van het College dat verzoeker wist of had moeten weten dat het advies van de SAOZ, behorende bij het besluit in primo, onjuist was, volgt de Afdeling niet. Het College heeft daarom in strijd gehandeld met het verbod van reformatio in peius door het besluit in primo met het besluit op bezwaar in te trekken.