Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Binnenplanse omgevingsplanactiviteit: beleidsvrijheid

Initiatiefnemer wil een warmtepomp aanbrengen op het dakterras. Deze warmtepomp overschrijdt de maximaal toegestane bouwhoogte. Het college van Amsterdam heeft de omgevingsvergunning verleend voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit. De planregels bevatten een mogelijkheid om af te wijken van deze bouwhoogte. Het college stelde zich op het standpunt dat nu aan de voorwaarden om van deze afwijkingsmogelijkheid gebruik te maken, is voldaan, het college gehouden is om de vergunning te verlenen.

5 September 2025

Samenvatting

Samenvatting


De rechtbank volgt dit standpunt niet. In artikel 8.0a, eerste lid, van het Besluit kwaliteit leefomgeving staat weliswaar dat het college de vergunning moet verlenen als geen strijd bestaat met de regels in het omgevingsplan, maar artikel 22.281 van het omgevingsplan bepaalt dat in de transitiefase beleidsvrijheid aan het college toekomt.

Uit de totstandkomingsgeschiedenis van het Invoeringsbesluit Omgevingswet blijkt dat de wetgever met deze overgangsregeling heeft willen voorkomen dat vanaf 1 januari 2024 uitsluitend een gebonden bevoegdheid zou gelden. Daarmee is beoogd een neutrale overgang te borgen van het criterium ‘goede ruimtelijke ordening’ naar de nieuwe eis van een ‘evenwichtige toedeling van functies aan locaties’.

Volgens de rechtbank had het college daarom een belangenafweging moeten maken tussen de belangen van vergunningverlening enerzijds en het belang van eisers bij een aanvaardbaar woon- en leefklimaat anderzijds. Nu die afweging ontbreekt, is het besluit onvoldoende zorgvuldig voorbereid en gemotiveerd. De rechtbank vernietigt het besluit en verklaart het beroep gegrond, maar laat de rechtsgevolgen van het besluit in stand.

Rb. Amsterdam 29 augustus 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:6393

Artikel delen