In een recente uitspraak van 9 oktober 2024 van de rechtbank Zeeland-West-Brabant wordt dit nog eens benadrukt. In deze zaak is een buurman overgegaan tot sanering van asbesthoudende golfplaten van het dak van zijn garage. Zijn garage grenst direct aan de garage van de buren. Hij heeft zijn buren niet geïnformeerd over deze werkzaamheden. De rechtbank oordeelt dat hij dit wel had moeten doen en als gevolg daarvan onrechtmatig heeft gehandeld.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Gedaagden (gedaagde 1: buurvrouw en gedaagde 2: buurman) en eisers zijn buren van elkaar. Hun garages grenzen aan elkaar. Op enig moment is de buurman (gedaagde 2) overgegaan tot het verwijderen van asbesthoudende golfplaten van het dak van zijn garage.
Eisers zijn hier niet over geïnformeerd. Na uitvoering van voormelde werkzaamheden vermoedden eisers dat er asbest in hun garage terecht was gekomen. Eisers hebben in dit kader een asbestinventarisatie laten uitvoeren, waaruit bleek dat inderdaad sprake was van een asbestbesmetting in hun garage.
Hierop hebben eisers gedaagden (hoofdelijk) aansprakelijk gesteld voor de reeds geleden nog te lijden schade. Zij hebben daarnaast een saneerder opdracht gegeven om de benodigde asbestverwijderingswerkzaamheden uit te voeren.
Gedaagden hebben hun aansprakelijkheid volledig van de hand gewezen, eisers zijn daarom een procedure gestart.
Eisers hebben onder andere een verklaring voor recht gevorderd dat gedaagden onrechtmatig jegens hen hebben gehandeld met de werkzaamheden aan het dak van de garages. Tevens vorderen eisers een verklaring voor recht dat gedaagden hoofdelijk aansprakelijk zijn voor de schade die eisers reeds hebben geleden en nog zullen lijden. Eisers vorderen daarnaast dat gedaagden hoofdelijk veroordeeld worden tot betaling van een schadevergoeding.
Gedaagden hebben volgens eisers gehandeld in strijd met hetgeen volgens ongeschreven recht in het maatschappelijk verkeer betaamt. Dit omdat de buurman zonder aankondiging en zonder eisers hierover te informeren de werkzaamheden heeft uitgevoerd. De buurman heeft daarbij het dak van eisers opengemaakt om daar een deel van de nieuwe platen onder te schuiven. Hierdoor zijn losse asbestdeeltjes van de dakplaten op de grond in de garage van eisers en de aldaar aanwezige spullen terecht gekomen. Met deze handelwijze hebben gedaagden – aldus eisers – inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van eisers. Ook hebben gedaagden volgens eisers gehandeld in strijd met de geldende regelgeving op het gebied van asbestverwijdering.
Gedaagden betwisten op hun beurt dat sprake is van een onrechtmatige daad. De buurman heeft de golfplaten op het dak van eisers niet verwijderd, geraakt of beschadigd bij de door hem uitgevoerde werkzaamheden. Bovendien – zo stellen gedaagden – bestaat er geen causaal verband tussen het handelen van gedaagden en de aangetroffen asbestbesmetting in de garage van eisers. Waar het gaat om de (hoogte van de) schade dient daarnaast tevens rekening te worden gehouden met de correctie ‘nieuw voor oud’. De garage is in 1976 gebouwd en eisers waren sowieso al van plan om het asbesthoudende garagedak te vervangen.
De rechtbank oordeelt dat onrechtmatig is gehandeld, niet door beide gedaagden maar enkel door gedaagde 2: de buurman. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende komen vast te staan dat er door zijn werkzaamheden asbest in de garage van eisers terecht is gekomen. Hij heeft namelijk de golfplaten opgetild en nieuwe platen onder de golfplaten van eisers geschoven, dit omdat er ruimte onder zat en hij de schroeven tot de erfgrens losgeschroefd heeft.
Onder deze omstandigheden heeft de buurman volgens de rechtbank onvoldoende onderbouwd inzichtelijk gemaakt dat de oorzaak van de asbestvervuiling in de garage van eisers niet door hem is ontstaan.
De rechtbank oordeelt tevens dat vaststaat dat de buurman niet de zorgvuldigheid in acht heeft genomen die in het maatschappelijk verkeer geldt. Dit nu hij eisers niet heeft gewezen op het feit dat hij overging tot vervanging van zijn golfplaten. Hij had eisers hiervan op de hoogte moeten stellen, zodat zij desgewenst de benodigde maatregelen hadden kunnen treffen. Dit heeft de buurman echter nagelaten, terwijl hij wist of behoorde te weten van de mogelijke (gezondheids)gevaren. Naast de strijd met de maatschappelijke onzorgvuldigheid, wordt hiermee bovendien ook inbreuk gemaakt op het eigendomsrecht van eisers.
Kortom: de buurman heeft onrechtmatig gehandeld.
Dit onrechtmatig handelen kan enkel aan de buurman (gedaagde 2) worden toegerekend, maar niet aan zijn vrouw (gedaagde 1). Dit nu enkel de buurman de dakplaten heeft vervangen en dus feitelijk heeft gehandeld. Dit maakt dat de hoofdelijke veroordeling wordt afgewezen en enkel de buurman tot betaling van een schadevergoeding wordt veroordeeld.
Wat betreft de schade wordt geoordeeld dat inderdaad rekening moet worden gehouden met het feit dat de daken al bijna 50 jaar oud zijn en de verwachting is dat deze binnen afzienbare tijd toch vervangen hadden moeten worden. Dit maakt dat een aftrek van nieuw voor oud wordt toegepast en de buurman dus niet veroordeeld wordt tot vergoeding van de gehele gevorderde schade.
Deze uitspraak laat zien dat eenieder die werkzaamheden gaat verrichten in en rondom hun huis (denk aan verbouwingen of sloopwerkzaamheden) – zeker als sprake is van een asbestsituatie – altijd rekening moet houden met mogelijke belangen van derden. In dat kader vereist de maatschappelijke zorgvuldigheid dat deze derden in ieder geval worden geïnformeerd over de geplande werkzaamheden, indien deze werkzaamheden de belangen van deze derden (kunnen) raken.