Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Conclusie Advocaat-Generaal over de toepassing van art. 6:19 Awb bij opvolgende besluiten over ruimtelijke plannen

De vindplaats van de conclusie is: ECLI:NL:RVS:2024:2238. Artikel 6:19, lid 1 Awb bepaalt dat het bezwaar of beroep van rechtswege mede betrekking heeft op een besluit tot intrekking, wijziging of vervanging van het bestreden besluit, tenzij partijen daarbij onvoldoende belang hebben.

1 juni 2024

In de brief van de voorzitter v.d. #ABRvS is toegelicht dat toepassing van art. 6:19 Awb onder de Omgevingswet in een ander licht komt te staan. Het omgevingsplan is een besluit van algemene strekking, inhoudende algemeen verbindende voorschriften, en heeft daarmee het karakter van een verordening met bijzondere kenmerken. Het is een geconsolideerde regeling. Hierdoor volgt iedere wijziging in het omgevingsplan steeds op een eerdere wijziging in dezelfde planregeling. Eventuele complicaties bij de toepassing van art. 6:19 Awb nemen daarom onder de Ow mogelijk substantieel toe.

De A-G concludeert:

(1) Is er aanleiding om de rechtspraak over de toepassing van art. 6:19 Awb in bestemmingsplanzaken onder de Wro (op onderdelen) aan te passen?

In bestemmingsplanzaken wordt art. 6:19 Awb ruim toegepast. Daardoor ontstaat in vergelijking tot andere typen zaken relatief vaak een fictief beroep tegen een besluit dat hangende beroep wordt genomen. Dat heeft vanuit het oogpunt van effectieve geschilbeslechting voordelen maar ook nadelen. De nadelen houden in belangrijke mate verband met de uitdijende werking die fictief beroep heeft op de omvang van het geding in het reële beroep. Om die uitdijende werking te beperken, kan de rechtspraak worden aangepast opdat:

a) alleen fictief beroep ontstaat ten aanzien van herstelbesluiten en reparatiebesluiten;

b) bij de beoordeling of sprake is van een reparatiebesluit nadrukkelijk(er) een relatie wordt gelegd met de beroepsgronden die in het reële beroep zijn ingebracht;

c) in geval van fictief beroep de kring van beroepsgerechtigden consequent wordt ingeperkt tot degenen die door het hangende beroep genomen besluit in een nadeliger positie komen te verkeren of door gewijzigde feiten of omstandigheden redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij tegen het oorspronkelijke besluit geen beroep hebben ingesteld

d) bij gecombineerde besluiten geen fictief beroep wordt aangenomen maar rechtsbescherming wordt geconstrueerd door het instellen van reëel beroep tegen het hangende beroep genomen besluit. Dit kan echter alleen als wordt voldaan aan een aantal randvoorwaarden om de effectieve geschilbeslechting en de rechtsbescherming te borgen.

(2) Bestaat er aanleiding om de toepassing van art. 6:19 Awb te veranderen in zaken die gaan over de wijziging van een omgevingsplan?

De uitdijende werking die fictief beroep heeft op de omvang van het geding in het reële beroep, kan door de regelstructuur van een omgevingsplan toenemen. De uitdijende werking kan worden verminderd door dezelfde maatregelen als genoemd onder 1). Omdat de raad de omgevingsplanbevoegdheid kan delegeren aan B & W, zou art. 6:19 Awb ook van toepassing moeten zijn als het besluit dat hangende beroep wordt genomen, afkomstig is van een ander bestuursorgaan.

Artikel delen