Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

De bestuursrechter is geen helpdesk voor gemeenten

In de uitspraak van de Afdeling van 8 oktober 2025 over het bestemmingsplan ‘Buitengebied Oss- 2020’ was een unieke situatie aan de orde: zowel de raad van de gemeente Oss als de rechtspersoon de gemeente Oss hadden beroep ingesteld tegen het besluit tot het gewijzigd vaststellen van een bestemmingsplan naar aanleiding van een tussenuitspraak van de Afdeling. De Afdeling zag zich daardoor genoodzaakt de vraag te beantwoorden of een bestuursorgaan belanghebbende is bij zijn eigen besluit.

17 October 2025

Samenvatting

Samenvatting

Aanleiding voor deze bijzondere toestand was het volgende. Bij tussenuitspraak van 10 juli 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2823) had de Afdeling de raad van Oss opgedragen om enkele geconstateerde gebreken in het bestemmingsplan ‘Buitengebied Oss- 2020’ te herstellen. Bij besluit van 12 december 2024 heeft de raad het bestemmingsplan gewijzigd vastgesteld om aan de opdracht van de Afdeling te voldoen (hetgeen ook was gelukt, aangezien de beroepen van de overige appellanten tegen het herstelbesluit ongegrond worden verklaard). Daarbij constateerde de raad echter dat door dit herstelbesluit mogelijk enkele postzegelplannen, die waren vastgesteld tussen de tussenuitspraak en het herstelbesluit, waren overschreven. Deze postzegelplannen maakten woningbouw mogelijk op de betreffende percelen, maar het herstelbesluit (dat dus een gewijzigde vaststelling vormde van het eerdere, ‘algemene’ Buitengebied-bestemmingsplan) zou dit (als lex posterior) weer ongedaan maken. In plaats van dit zelf te herstellen, stelde de raad samen met de gemeente beroep in tegen zijn eigen herstelbesluit met het verzoek aan de Afdeling om ofwel te bepalen dat het herstelbesluit slechts als reparatiebesluit moet worden aangemerkt ofwel aan te geven hoe de raad dit probleem kan oplossen.

De Afdeling zal hebben geconstateerd dat de Awb voor deze situatie geen evidente oplossing biedt en is gedwongen om terug te gaan naar de basis van het bestuursrecht. Het bestuursrecht, aldus de Afdeling, is bedoeld om burgers rechtsbescherming te bieden tegen overheidshandelen en niet als middel voor een bestuursorgaan om een door hemzelf genomen besluit ongedaan te maken. De raad is dus niet-ontvankelijk. Ten aanzien van de gemeente geldt volgens de Afdeling dat haar belangen niet anders zijn dan die van de raad, namelijk het wegnemen van ongewenste effecten van het genomen besluit. Aangezien de burgemeester in de Gemeentewet als vertegenwoordiger van de gemeente is aangewezen, is het aan haar om met de raad af te stemmen hoe het geconstateerde probleem op te lossen, waarna de raad daar door middel van een nieuw of gewijzigd besluit uitvoering aan kan geven.

Al met al is dit een unieke uitspraak die raakt aan een van de fundamenten van het bestuursrecht: wat is daarin de functie van de bestuursrechter? Onzes inziens raakt de Afdeling de kern door aan te geven dat de raad en de gemeente in dit geval het probleem moeten oplossen door een nieuw of gewijzigd besluit te nemen. Kenmerkend voor het bestuursrecht is immers dat bestuursorganen, met uitsluiting van ieder ander, bevoegd zijn om besluiten te nemen en daarmee eenzijdig de rechtspositie van burgers te bepalen. De raad heeft dus de wettelijke instrumenten om dit probleem zelf op te lossen en dat mag ook van hem verwacht worden. De bestuursrechter is geen geschilbeslechter zoals de civiele rechter dat wel is, en de raad kan in dat kader geen vragen aan de rechter voorleggen ‘als hij het zelf ook even niet meer weet’.