Uit een uitspraak van de Afdeling van 24 juli 2024 volgt dat het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer bij de beoordeling van een Wob- of Woo-verzoek minder zwaar weegt indien daarbij een wethouder betrokken is. Een wethouder treedt namelijk in het kader van zijn functie in de openbaarheid.
Integriteitstoetsen
De uitspraak volgt op het verzoek van een inwoner aan het college van de gemeente Maasdriel om op grond van de Wob (thans: Woo) alle integriteitstoetsen openbaar te maken die waren uitgevoerd over een (toenmalig) wethouder. Hij wilde onder meer alle passages inzien die gingen over het belang van de desbetreffende wethouder bij het verkrijgen van een bouwmogelijkheid voor een woning. Daarnaast wilde de inwoner alle passages inzien die gingen over de procedures omtrent deze bouwmogelijkheid.
Het college wees dit verzoek integraal af en motiveerde dit door te besluiten dat het belang dat is gediend met de openbaarheid niet opwoog tegen de eerbiediging van de persoonlijke levenssfeer van de wethouder. In het besluit op bezwaar motiveerde het college daarnaast de afwijzing door te stellen dat het verzoek zag op persoonlijke beleidsopvattingen.
Het belang van openbaarmaking
Tijdens de procedure heeft de Afdeling vertrouwelijk kennisgenomen van de documenten in kwestie. Op basis daarvan oordeelde zij dat er geen sprake was van persoonlijke beleidsopvattingen, maar dat er inderdaad informatie in de stukken stond ten aanzien waarvan openbaarmaking gevolgen kon hebben voor de persoonlijke levenssfeer van de wethouder.
Toch oordeelde de Afdeling dat het belang dat is gediend met de openbaarmaking bij bepaalde informatie zwaarder weegt dan het belang van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer. Dit was met name het geval omdat de wethouder uit hoofde van zijn functie in de openbaarheid trad. Er kon daarom slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op het belang van bescherming van diens persoonlijke levenssfeer. De Afdeling beslechtte vervolgens zelf het geschil definitief en besliste per paragraaf of de betreffende informatie al dan niet openbaar gemaakt diende te worden.