Het wordt wel eens vaker voorgesteld: laat gemeenten zelf handhaven op de verkeersregels. De gemeente kan dan zoveel prioriteit eraan geven als zij zelf wil (lees: meer dan nu vaak het geval is). Én het geld van boetes komt dan tenminste bij de gemeente terecht in plaats van de Nederlandse staat (via het CJIB).
𝘔𝘢𝘢𝘳 𝘮𝘢𝘨 𝘥𝘢𝘵 𝘦𝘪𝘨𝘦𝘯𝘭𝘪𝘫𝘬 𝘸𝘦𝘭? 𝘏𝘦𝘵 𝘢𝘯𝘵𝘸𝘰𝘰𝘳𝘥 𝘭𝘶𝘪𝘥𝘵 (𝘷𝘰𝘰𝘳𝘭𝘰𝘱𝘪𝘨): 𝙉𝙀𝙀. 𝘡𝘰 𝘰𝘰𝘳𝘥𝘦𝘦𝘭𝘥𝘦 𝘥𝘦 𝘬𝘢𝘯𝘵𝘰𝘯𝘳𝘦𝘤𝘩𝘵𝘦𝘳 𝘷𝘢𝘯 𝘳𝘦𝘤𝘩𝘵𝘣𝘢𝘯𝘬 𝘕𝘰𝘰𝘳𝘥-𝘏𝘰𝘭𝘭𝘢𝘯𝘥...
In die kwestie heeft de gemeente Oostzaan aan de betrokkene een boete van EUR 100,- opgelegd wegens het overtreden van het verbod op sluipverkeer. Dit verbod is opgenomen in de gemeentelijke Algemene Plaatselijke Verordening (APV). Betrokkene was het daar niet mee eens en is daartegen in beroep gegaan.
De rechter oordeelt dat de Gemeentewet (op basis waarvan de gemeentelijke verordening is vastgesteld) géén bevoegdheid geeft om in het kader van verkeershandhaving een bestuurlijke boete op te leggen. Het komt namelijk neer op het handhaven en beboeten van verkeersvoorschriften en daarin voorziet de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (ook wel de ‘Wet Mulder’ genoemd) al in. Uit de toelichting op die wet volgt dat handhaving op lokaal niveau niet wenselijk is.
Het gevolg is dus volgens de rechter dat het artikel uit de gemeentelijke verordening onverbindend en dus ongeldig is. Daarmee is de boete van tafel.
Vanwege de grote gevolgen voor de gemeente van de uitspraak - waartegen géén hoger beroep kan worden ingesteld – is dit overigens een 𝘃𝗼𝗼𝗿𝗹𝗼𝗽𝗶𝗴 oordeel. De partijen mogen nog reageren op dit voorlopig standpunt van de rechter en hebben dus de gelegenheid om de rechter tot een ander oordeel te brengen. Het lijkt er echter op dat gemeentelijke handhaving van verkeersregels geen lang leven meer is beschoren. 𝗧𝗼 𝗯𝗲 𝗰𝗼𝗻𝘁𝗶𝗻𝘂𝗲𝗱!
