Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Bouw appartementen Heerlen mag doorgaan ondanks bezwaren

De voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg oordeelt dat het college van burgemeester en wethouders van Heerlen de omgevingsvergunning voor de bouw van 16 appartementen terecht heeft verleend (ECLI:NL:RBLIM:2025:5299). De bezwaren van omwonenden over onder meer privacy, schaduwwerking en wateroverlast kunnen bij de binnenplanse omgevingsplanactiviteit niet worden meegewogen. Het college is namelijk gebonden aan de voorwaarden die daaraan zijn gesteld in het omgevingsplan.

3 July 2025

Wat speelt er?

Een ontwikkelaar wil 16 appartementen bouwen in het uitbreidingsgebied Hoogveld in Heerlen. Het college van burgemeester en wethouders van Heerlen (hierna: het college) heeft hiervoor op 9 december 2024 een omgevingsvergunning verleend. Omwonenden zijn het er niet mee eens en starten, naast een beroepsprocedure, een procedure voor een voorlopige voorziening. Zij vrezen namelijk voor negatieve gevolgen zoals verlies van privacy, schade en wateroverlast.

Geen ruimte voor afweging van belangen

De rechter maakt korte metten met de bezwaren. Voor de binnenplanse omgevingsplanactiviteit geldt het zogenoemde limitatief-imperatief stelsel. Dit betekent dat het college de vergunning móet verlenen als het bouwplan past binnen de regels van het omgevingsplan. Dit volgt uit de Omgevingswet (artikel 5.18, eerste lid), het Besluit kwaliteit leefomgeving (artikel 8.0a, eerste lid) en het betreffende omgevingsplan. In voorliggend geval voldoet het bouwplan aan de gestelde voorwaarden en voorschriften, inclusief situering en hoogte.

Er is daarom geen ruimte om in dit geval belangen zoals privacy of wateroverlast af te wegen bij de binnenplanse omgevingsplanactiviteit. Ook kan het college niet beoordelen of er sprake is van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties, de zogenoemde ETFAL-toets. Die beoordeling is namelijk niet aan de orde bij een binnenplanse omgevingsplanactiviteit.

Wateroverlast wel meegenomen, maar geen weigeringsgrond

De voorzieningenrechter merkt nog op dat de ontwikkelaar bij de aanvraag maatregelen heeft getroffen om afvloeiing van hemelwater te regelen. Dit moet wateroverlast voorkomen. Dit is opgenomen in de omgevingsvergunning. Een uitgebreider onderzoek hiernaar is wettelijk niet vereist. Ook de zorgplicht uit artikel 2.16 van de Omgevingswet leidt niet tot een weigeringsgrond voor een binnenplanse omgevingsplanactiviteit.

Uitspraak bevestigt strikte toetsing

De uitspraak onderstreept hoe strikt de toetsing is bij binnenplanse omgevingsplanactiviteit bouwen. Zolang aan de regels in het omgevingsplan wordt voldaan, móet het college de vergunning verlenen. Ruimte voor een eigen belangenafweging of een ETFAL-toets is er niet. Bezwaar maken op inhoudelijke gronden zoals overlast heeft in deze context dan ook weinig kans van slagen.

Artikel delen