Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Een steentje bijdragen

Centraal in deze hoger beroepzaak bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van state staan vuurstenen. Op 27 augustus 2020 had appellant namelijk 700 vuurstenen meegenomen van de Uddelerheide. Op 16 maart 2021 gaf appellant deze stenen vervolgens aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn voor onderzoek. Volgens appellant overhandigde hij deze stenen op basis van artikel 5.10 lid 2 van de Erfgoedwet. Dit artikel spreekt van een toevalsvondst. Volgens appellant volgt hieruit dat na onderzoek van de stenen, appellant de vuurstenen weer terug moet krijgen. Op 27 oktober 2021 vroeg appellant daarom per brief aan het college om teruggave van zijn vuurstenen. Het college reageerde per brief op 7 december 2021 dat het college niet bereid is om de vuurstenen terug te geven, omdat de stenen gevonden zouden zijn bij een opgraving als bedoeld in artikel 5.7 van de Erfgoedwet en dat de stenen daarom in eigendom zijn van de provincie Gelderland en dus niet van appellant.

Cas Goossens 14 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Appellant was het niet eens met de inhoud van deze brief en ging na bezwaar tegen het college in beroep bij de rechtbank. De rechtbank kwam tot de conclusie dat de gestuurde brief van het college geen besluit bevatte in de zin van artikel 1:3, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht. Om deze reden kan appellant geen bezwaar en beroep instellen tegen de inhoud van deze brief.

De Afdeling Bestuursrechtsspraak van de Raad van State was het met de rechtbank eens: de brief kan niet worden gelijkgesteld met een besluit. In de brief stond het volgende: ‘In uw brief betreffende ‘teruggave eigendommen’ d.d. 27 oktober 2021, verzoekt u om teruggave van vondsten die u op 16 maart in het kader van artikel 5.10 van de Erfgoedwet aan ons heeft overgedragen. Daar kunnen wij niet aan meewerken. Hieronder zal de reden daarvoor nader worden toegelicht. […] Op basis van het advies van de Inspectie concluderen wij dat de artefacten eigendom zijn van de provincie Gelderland, aangezien deze zijn aangetroffen tijdens een lopend archeologisch onderzoek.’

Volgens de Afdeling bevat deze brief geen publiekrechtelijke rechtshandeling, omdat het teruggeven van de vuurstenen een feitelijke handeling betreft. De Erfgoedwet geeft het college niet de bevoegdheid om vast te stellen wie de eigenaar van de vuurstenen is. De brief zegt volgens de Afdeling enkel welke wettelijke voorschriften van toepassing zijn. Van een besluit in de zin van artikel 1:3 lid 1 Awb is om deze reden geen sprake. De Afdeling geeft nog aan dat appellant naar de burgerlijk rechter kan gaan om zijn stenen terug te krijgen. Het hoger beroep bij de Afdeling is ongegrond.

Artikel delen