Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Exceptieve toetsing Chw-bestemmingsplan bij omgevingsvergunningverlening

Een interessante uitspraak van de ABRvS op 20 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4738 over de reikwijdte van de exceptieve toetsing van een Chw-bestemmingsplan bij omgevingsvergunningverlening. De Afdeling overweegt dat de door [appellant] bedoelde overweging van de rechtbank een reactie vormt op het betoog van [appellant] dat ten onrechte de bestemming/functie "Maatschappelijk" in het Chw-bestemmingsplan is verruimd ten opzichte van de bestemming "Gemengd" in het daaraan voorafgaande bestemmingsplan "Rivierenwijk en Snipperling". Hierover heeft de rechtbank naar het oordeel van de Afdeling terecht geoordeeld, dat de vraag of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aan een perceel de juiste bestemming/functie is toegekend, in het kader van een exceptieve toetsing niet aan de orde kan komen. Ook gaat de ABRvS in de uitspraak in op de elektronische beschikbaarheid van het Chw-bestemmingsplan.

20 november 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Stichting IrisZorg heeft in Deventer verschillende vestigingen voor de zorg/opvang van personen met psychiatrische- en verslavingsproblematiek. Zij had het voornemen om het kantoorgebouw aan de [locatie 1] in Deventer (hierna: het pand) te gaan gebruiken voor de opvang van personen met psychische/psychosociale problemen. Deze opvang vond eerst ergens anders in Deventer plaats. Het gaat om een zorgconcept dat bestaat uit een vorm van beschermd wonen. Om het pand hiervoor geschikt te maken en 25 wooneenheden met gemeenschappelijke voorzieningen te realiseren, zijn interne verbouwingen nodig. Stichting Torenstad Vastgoed heeft daarvoor bij het college een omgevingsvergunning voor de activiteit bouwen aangevraagd. Het college heeft deze omgevingsvergunning als is bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, aanhef en onder a, van de Wabo, verleend. Volgens het college zijn het bouwplan en het beoogde gebruik in overeenstemming met de geldende bestemming/functie "Maatschappelijk" van het bestemmingsplan "Chw-bestemmingsplan Deventer, stad en dorpen deel B" (hierna: Chw-bestemmingsplan) voor het perceel [locatie 1]. In het besluit op bezwaar van 7 juli 2021 is het college daarbij gebleven.

Op de zitting van de Afdeling is duidelijk geworden dat de bouwwerkzaamheden zijn uitgevoerd en het pand in januari 2024 door Stichting IrisZorg in gebruik is genomen.

[appellant] vreest dat het beoogde gebruik van het pand zijn woon- en leefklimaat aantast. Hij betwist dat het beoogde gebruik binnen de bestemming/functie "Maatschappelijk" van het Chw-bestemmingsplan past. Hij voert verder aan dat de rechtbank zich niet had mogen baseren op de toelichting op het zorgconcept dat IrisZorg pas op de zitting bij de rechtbank heeft gegeven. Hij betwist bovendien de verbindendheid van de planregeling.

Verbindendheid Chw-bestemmingsplan

[appellant] betoogt dat het Chw-bestemmingsplan evident in strijd is met artikel 7c, negende lid, van het Besluit uitvoering Crisis- en herstelwet (hierna: BuChw). Het Chw-bestemmingsplan moet daarom onverbindend worden verklaard of buiten toepassing worden gelaten. De wijze waarop het bestemmingsplan geraadpleegd kan worden, is zo ingewikkeld dat niet gesproken kan worden van een bestemmingsplan dat "algemeen toegankelijk" is. Het door de raad gebruikte internetadres voor het bestemmingsplan is volgens [appellant] te traag en niet altijd raadpleegbaar. De rechtbank heeft dit volgens [appellant] ten onrechte niet onderkend.

Verder acht [appellant] de overweging van de rechtbank over de wens van de planwetgever voor het Chw-bestemmingsplan onjuist. De rechtbank heeft ten onrechte het betoog van het college over deze bedoeling aannemelijk geacht. Maar volgens [appellant] heeft de planwetgever met een verbreding/verruiming van de bestemming/functie "Maatschappelijk" om slagvaardig en snel te kunnen inspelen op ontwikkelingen en behoeften uit de wijk niet het oog gehad op zorgfuncties met begeleid wonen. Daarmee maakt de bestemming/functie volgens [appellant] meer mogelijk dan de planwetgever heeft willen regelen. Het bestemmingsplan is volgens hem op dit punt in strijd met een goede ruimtelijke ordening.

De mogelijkheid om de gelding van de toepasselijke bestemmingsplanregeling aan de orde te stellen in een procedure die is gericht tegen een besluit over de verlening van een omgevingsvergunning, strekt niet zover dat deze regeling aan dezelfde toetsingsmaatstaf wordt onderworpen als de toetsingsmaatstaf die wordt gehanteerd in het kader van de beoordeling van beroepen tegen een vastgesteld bestemmingsplan. Als in een procedure over vergunningverlening wordt aangevoerd dat de bestemmingsregeling in strijd is met een hogere regeling, dan moet de bestemmingsregeling alleen onverbindend worden geacht of buiten toepassing worden gelaten als de bestemmingsregeling evident in strijd is met de hogere regeling. Om evident te zijn, is onder meer vereist dat de hogere regelgeving zo concreet is dat deze zich voor toetsing daaraan bij wijze van exceptie leent

De Afdeling stelt vast dat het Chw-bestemmingsplan een bestemmingsplan is als is bedoeld in artikel 7c van het BuChw. Artikel 7c, negende lid, aanhef en onder a, aanhef en onder 1°, van het BuChw luidt:

"Bij de voorbereiding, vormgeving, inrichting en beschikbaarstelling van het bestemmingsplan kan worden afgeweken van: a.de volgende artikelen van het Besluit ruimtelijke ordening: 1°.1.2.1, tweede lid, en 1.2.1a, onderdeel a, onder de voorwaarde dat het ontwerp van het bestemmingplan of het vastgestelde bestemmingsplan elektronisch op een algemeen toegankelijke wijze beschikbaar wordt gesteld en blijft op een door de raad te bepalen internetadres. In dat geval bevat de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, een verwijzing naar dit internetadres;".

Het college heeft onweersproken naar voren gebracht dat het bestemmingsplan beschikbaar is gesteld op een eigen gemeentelijke planviewer op het internetadres https://deventer.tercera-go.nl/mapviewer/default.aspx?id=NLIMRO0150Chw001B-VG01. De link naar dit internetadres was op www.ruimtelijkeplannen.nl opgenomen onder het tabblad "Documenten". Daarnaast was de link vermeld in de kennisgeving van het vastgestelde bestemmingsplan in de Staatscourant 2020, nummer 39474. Met de rechtbank is de Afdeling dan ook van oordeel dat van strijd met artikel 7c, negende lid, aanhef en onder a, aanhef en onder 1°, van het BuChw geen sprake is.

De Afdeling overweegt dat de door [appellant] bedoelde overweging van de rechtbank een reactie vormt op het betoog van [appellant] dat ten onrechte de bestemming/functie "Maatschappelijk" in het Chw-bestemmingsplan is verruimd ten opzichte van de bestemming "Gemengd" in het daaraan voorafgaande bestemmingsplan "Rivierenwijk en Snipperling". Hierover heeft de rechtbank naar het oordeel van de Afdeling terecht geoordeeld, ook gelet op wat onder 5.1 is overwogen, dat de vraag of uit het oogpunt van een goede ruimtelijke ordening aan een perceel de juiste bestemming/functie is toegekend, in het kader van een exceptieve toetsing niet aan de orde kan komen.

Artikel delen