De raad van de gemeente Terschelling heeft het bestemmingsplan ‘Paraplubestemmingsplan standplaatsen Terschelling’ (hierna: parapluplan) gewijzigd vastgesteld. Het parapluplan vult de bestemmingsplannen aan met regels voor bestaande standplaatsen voor ambulante handel.
De aanleiding voor vaststelling van het parapluplan was dat in de APV is opgenomen dat een standplaatsvergunning moet worden geweigerd als de standplaats in strijd is met het bestemmingplan. De geldende bestemmingplannen worden met het parapluplan aangevuld zodat vergunningverlening op grond van de APV mogelijk blijft.
Het parapluplan voegt een planregel toe aan de betreffende bestemmingsplannen. Die planregel houdt in dat tot een gebruik in strijd met het bestemmingsplan in ieder geval wordt gerekend het gebruik van de gronden als standplaats:
· met uitzondering van de gronden ter plaatse voorzien van de aanduiding ‘overige zone – standplaats’ in welk geval het gebruik als standplaats is toegelaten van voor de periode van 1 maart tot 1 december;
· met uitzondering van de gronden ter plaatse van de aanduiding ‘overige zone – standplaats afwijkend seizoen’, in welk geval het gebruik als standplaats is toegelaten voor de periode van 1 oktober tot 1 april.
Appellante exploiteert een viskiosk op het veerhaventerrein. Appellante stelt beroep in tegen het vaststellingsbesluit c.q. het reparatiebesluit. Volgens appellante sluiten de planregels ten onrechte openstelling van de kiosk in de wintermaanden uit. De raad voert verweer dat het gemeentelijk standplaatsenbeleid geen jaarrond ingerichte standplaatsen toelaat.
De Afdeling stelt vast dat de planregel op dit moment feitelijk geen beperking van de mogelijkheden van appellante betekent. APV-vergunningen voor standplaatsen worden namelijk verleend op basis van het gemeentelijk standplaatsenbeleid, dat al een seizoensbeperking inhoudt.
De raad heeft niet duidelijk kunnen maken waarom het dan nu noodzakelijk is om de seizoensbeperking in het bestemmingsplan op te nemen, terwijl de aanleiding voor het parapluplan juist ligt in het wegnemen van planologische beperkingen voor het verlenen van de APV-vergunningen. De raad heeft niet onderbouwd dat de seizoensbeperking voor kiosken vanuit ruimtelijk oogpunt noodzakelijk is. De Afdeling overweegt dat het vaststellingsbesluit in zoverre niet is voorzien van een deugdelijke motivering. De Afdeling verklaart het beroep gegrond.
