Het college van B&W van Landerd heeft op 4 oktober 2019 een omgevingsvergunning verleend voor het huisvesten van vier arbeidsmigranten voor een periode van twee jaar in een pand gelegen in Schaijk. Die twee jaar zijn ten tijde van de uitspraak verstreken en uit de uitspraak van de rechtbank blijkt dat er inmiddels een omgevingsvergunning is verleend voor de bouw van acht appartementen op het adres en dat deze vergunning onherroepelijk is.
De Afdeling behandelt het hoger beroep niet inhoudelijk, omdat appellante geen reëel en actueel belang meer heeft bij de uitkomst van de procedure. De geldigheid van de omgevingsvergunning is verlopen en er wordt daarna een ander project gerealiseerd. Ook in een proceskostenvergoeding is geen belang gelegen voor een inhoudelijke behandeling. Het beroep wordt niet ontvankelijk verklaard, AbRvS 10 juli 2024, ECLI:NL:RVS:2024:2801.