De uitspraak van de voorzieningenrechter van de ABRvS 25 oktober 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4256 is interessant vanwege het oordeel over het ontbreken van een spoedeisend belang bij een voorlopige voorziening inzake een bestemmingsplan. Bij besluit van 21 maart 2024 heeft de raad van de gemeente Woudenberg het bestemmingsplan "Buitengebied, Henschotermeer" vastgesteld. Het plan voorziet in meerdere ontwikkelingen, zoals de realisatie van een restaurant, een expositieruimte met uitkijktoren en een kantoorruimte, op het terrein van recreatieplas het Henschotermeer. De initiatiefnemer van het plan is Mooi Meer B.V. De Vereniging en de raad van de gemeente Utrechtse Heuvelrug hebben de voorzieningenrechter verzocht de voorlopige voorziening te treffen dat het bestemmingsplan wordt geschorst.
De voorzieningenrechter zal de verzoeken van de raad van Utrechtse Heuvelrug en de Vereniging afwijzen. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter ontbreekt namelijk het spoedeisend belang. Mooi Meer B.V. heeft op de zitting desgevraagd verklaard dat er geen aanvraag voor een omgevingsvergunning is ingediend. Zij verwacht dat in het voorjaar van 2025 en in ieder geval niet eerder dan december 2024 of januari 2025 een omgevingsvergunning voor een deel van de te realiseren gebouwen zal worden aangevraagd. Over de inhoud van de in te dienen navraag wordt nagedacht. Ook in de gestelde vrees voor het kappen van bomen ziet de voorzieningenrechter geen aanleiding voor het aannemen van spoedeisend belang. In artikel 3.5.1, aanhef en onder b, van de planregels staat onder andere dat het kappen van bomen zonder een omgevingsvergunning niet is toegestaan. Om die reden heeft de voorzieningenrechter ook niet de verwachting dat aanlegwerkzaamheden, zoals het aanleggen van verharding voor een terras, snel zullen plaatsvinden. Voor deze aanlegwerkzaamheden moeten naar verwachting ook bomen worden gekapt, waar de hiervoor genoemde omgevingsvergunning voor nodig is.