Bij de rechtbank Gelderland (7 november 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:7725) werd verzocht om schorsing van een omgevingsvergunning voor het realiseren van een boomkwekerij.
Daarmee was onder meer toestemming verleend om drainage aan te leggen en palen met banden ter ondersteuning van bomen te plaatsen. Verzoekster vreesde onder meer voor vernietiging van de ter plaatse aanwezige archeologische waarden. Het besluit is de dag na bekendmaking in werking getreden. Vergunninghouder is meteen na de bekendmaking van het besluit aan de slag gegaan. Het had op de weg gelegen van het college, aldus de Voorzieningenrechter, om gebruik te maken van de bevoegdheid neergelegd in artikel 16.79, tweede lid, van de Omgevingswet: de uitgestelde inwerkingtreding. Door dit niet te doen en door de handelswijze van vergunninghouder die direct na ontvangst van de vergunning van start is gegaan met de werkzaamheden, is in dit geval de indiening het verzoek om een voorlopige voorziening illusoir geworden.