De burgemeester van Utrecht legde een last onder dwangsom op vanwege het oproepen tot ‘opstand’ tegen het vuurwerkverbod via een openbaar Telegram kanaal.
De grondslag hiervoor was artikel 2:2 eerste lid onder g van de plaatselijke APV. Op basis van dit artikel is het verboden om op of aan een openbare plaats of in een voor publiek toegankelijk gebouw, op enigerlei wijze door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. De voorliggende vraag was of een openbaar kanaal op Telegram een ‘openbare plaats’ is (volgens artikel 1:1 van de APV).
Nee zei de Afdeling. Het moet gaan om een daadwerkelijke fysieke plek waar het gedrag plaatsvindt dat aanleiding geeft tot wanordelijkheden. De plek waar het gedrag in dit geval plaatsvond was geen fysieke plek en viel zodoende buiten de omvang van artikel 2:2 van de APV. De last onder dwangsom blijft vernietigd.
Interessant is dat de Afdeling ten overvloede nog opmerkt dat de aanzet tot onrust via sociale media zorgen oproept, maar dat het aan de wetgever is om een daarop toegesneden wettelijk voorschrift vast te stellen. Dit laat ruimte voor de conclusie dat het wel mogelijk is om een bepaling in de APV op te nemen op basis waarvan opgetreden kan worden tegen de oproep tot (publieke) onrust via sociale media.