Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Handhaving en evenredigheid in relatie tot prioritering, beleid en gelijkheidsbeginsel

De uitspraak ABRvS 18 september 2024, ECLI:NL:RVS:2024:3748 is interessant vanwege de overwegingen omtrent de evenredigheid mede in relatie tot prioriteringsbeleid en het gelijkheidsbeginsel.

18 september 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

[appellant A] en [appellant B] betogen dat de rechtbank heeft miskend dat van handhavend optreden had moeten worden afgezien, omdat dat in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. Zij voeren aan dat de rechtbank teveel waarde heeft gehecht aan het algemeen belang bij handhaving, aangezien handhavend optreden tegen de illegale bouwwerken voor het college geen prioriteit heeft. Bovendien zijn de belangen van [partij] te zwaar meegewogen, omdat hij weinig zicht heeft op de bouwwerken en de bouwwerken niet tot verzakkingen van de grond leiden. Ten slotte is te weinig waarde gehecht aan het recreatiegenot en financiële belang van [appellant A] en [appellant B].

In hetgeen [appellant A] en [appellant B] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding om tot een andere conclusie te komen dan de rechtbank. Hoewel niet is aangetoond dat de bouwwerken leiden tot verzakking van de grond, blijkt wel uit de foto’s die [partij] heeft overgelegd dat hij duidelijk zicht heeft op de bouwwerken.

Verder volgt uit het enkele feit dat sprake is van illegale bouwwerken dat er, gelet op de beginselplicht tot handhaving, een algemeen belang is bij handhaven. De omstandigheid dat alleen tegen illegale bouwwerken wordt opgetreden als er een handhavingsverzoek is ingediend, doet daar niet aan af. De rechtbank heeft terecht overwogen dat het college veel waarde mocht hechten aan deze belangen. Wat betreft de belangen van [appellant A] en [appellant B] heeft de rechtbank terecht overwogen dat zij, mede gelet op de eerder opgelegde bouwstop, willens en wetens het risico hebben genomen dat de bouwwerken weer zouden moeten worden afgebroken. Gelet op het voorgaande is handhavend optreden niet in strijd met het evenredigheidsbeginsel.

De rechtbank heeft terecht overwogen dat, omdat er in dit geval door de eigenaar van het naastgelegen perceel een verzoek om handhaving is ingediend, het college gelet op zijn handhavingsbeleid en de bijbehorende prioriteitsstelling een geoorloofd onderscheid kan maken door in deze zaak wel handhavend op te treden en in andere illegale situaties op het recreatiepark, waarin geen verzoek om handhaving is ingediend, niet. In hetgeen [appellant A] en [appellant B] hebben aangevoerd, ziet de Afdeling geen aanleiding om tot een andere conclusie te komen. Dat er een verzoek om handhaving is ingediend, maakt dat er geen sprake is van gelijke gevallen ten aanzien van de andere illegale bouwwerken op het park, omdat daarvoor ten tijde van het besluit op bezwaar geen verzoek om handhaving was ingediend. [appellant A] en [appellant B] hebben weliswaar naar voren gebracht dat zij in maart 2024 om handhaving tegen de andere illegale bouwwerken hebben verzocht, maar dit was pas na het bestreden besluit. Alleen al daarom kan dit niet leiden tot de conclusie dat de rechtbank heeft miskend dat het college de gevallen niet gelijk heeft behandeld. Gelet op het voorgaande heeft de rechtbank terecht geconcludeerd dat handhavend optreden niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

Artikel delen