Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Het vanwege bezuinigingen categorisch weigeren van aanvragen tot aanwijzing als gemeentelijke monument is kennelijk onredelijk

14 oktober 2024

In de uitspraak van 17 september 2024 (ECLI:NL:RBGEL:2024:6298) oordeelt de Rechtbank Gelderland dat de werkwijze van het college om vanuit een oogpunt van bezuinigingen niet langer nieuwe gemeentelijke monumenten aan te wijzen kennelijk onredelijk is, indien gelijktijdig een door de gemeenteraad (onverplicht) vastgestelde Erfgoedverordening wel die mogelijkheid biedt. Het college heeft een daartoe strekkende aanvraag afgewezen, omdat de aanvraag niet past in de bestendige gedragslijn om op basis van het door bezuinigingen ingegeven versoberde monumentenbeleid geen nieuwe gemeentelijke monumenten aan te wijzen. De rechtbank stelt vast dat het college op grond van de gemeentelijke Erfgoedverordening bevoegd is om - ambtshalve of op verzoek – een onroerende zaak als gemeentelijke monument aan te wijzen. Naar het oordeel van de rechtbank kan de verwijzing naar het versoberde monumentenbeleid het afwijzingsbesluit niet dragen: niet alleen ontbreekt een afweging van belangen, het strookt ook niet met de mogelijkheid die de Erfgoedverordening biedt om aanvragen tot aanwijzing van een monument in te dienen (en die van iedere betekenis is ontbloot, indien vaststaat dat de aanvraag zonder inhoudelijke beoordeling en zonder advies van de gemeentelijke monumentencommissie om financiële redenen wordt afgewezen). De door het college voorgestane werkwijze die ziet op het categorisch weigeren van aanvragen tot aanwijzing om een reden die geen verband houdt met de aard van de aanvraag en de daarbij spelende belangen is naar het oordeel van de rechtbank om die reden kennelijk onredelijk. De rechtbank concludeert dat het college tot het moment dat de Erfgoedverordening zal zijn aangepast, ingetrokken of vervallen aanvragen tot aanwijzing als gemeentelijk monument inhoudelijk dient te blijven beoordelen.

Artikel delen