Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Integrale Plan van Eisen en Functioneel Ontwerp geen besluit in de zin van de Awb

Bij brief van 27 februari 2023 heeft het college van burgemeester en wethouders van Utrecht de gemeenteraad in kennis gesteld van het Integrale Plan van Eisen en Functioneel Ontwerp. De gemeente Utrecht is voornemens om de Weerdsingel Oostzijde opnieuw in te richten. In dat kader heeft het college het IPvE opgesteld. Het college heeft het bezwaar van [appellant A] en anderen tegen het IPvE niet-ontvankelijk verklaard zonder [appellant A] en anderen daarover eerst te horen. Volgens het college is het IPvE geen besluit waartegen bezwaar kan worden gemaakt. De rechtbank heeft geoordeeld dat het IPvE geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Algemene wet bestuursrecht, omdat het IPvE niet is gericht op rechtsgevolg. Hiertoe overweegt de rechtbank dat voor de uitvoering van de daadwerkelijke herinrichting nog besluiten nodig zijn. ABRvS 21 mei 2025, ECLI:NL:RVS:2025:2300.

23 May 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

Onder een besluit als bedoeld in artikel 1:3, eerste lid, van de Awb wordt verstaan een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling. In dit geval is de Afdeling van oordeel dat de rechtbank terecht tot het oordeel is gekomen dat het IPvE geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb, omdat het niet is gericht op rechtsgevolg. Met dit IPvE is immers niet meer beoogd dan het vaststellen van het ontwerp dat het college als uitgangspunt neemt bij de verdere besluitvorming over de feitelijke herinrichting. Zoals de rechtbank terecht heeft overwogen zijn voor de uitvoering van dit IPvE en de daadwerkelijke herinrichting nog andere besluiten nodig.

Voor zover [appellant A] en anderen hebben betoogd dat het IPvE wat betreft bezwaar en beroep met een besluit moet worden gelijkgesteld in verband met de wenselijke rechtsbeschermingsmogelijkheden voor burgers in dit soort gevallen, oordeelt de Afdeling dat de rechtbank terecht heeft overwogen dat [appellant A] en anderen rechtsbescherming kunnen zoeken bij de burgerlijke rechter. Het tegengaan van versnippering in de rechtsbescherming tegen overheidshandelen, waartoe [appellant A] en anderen oproepen is een onderwerp dat in eerste instantie behoort tot de verantwoordelijkheid van de wetgever.

Artikel delen