Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Invorderingsbevoegdheid is verjaard – procesbelang vervalt bij beroep tegen invorderingsbesluit

In de uitspraak van 9 januari 2025 heeft de rechtbank Noord-Holland geoordeeld dat de invorderingsbevoegdheid van het college tot betaling door eiser van een verbeurde dwangsom is verjaard. De verbeurde dwangsom was nog niet betaald. Dat hoefde ook niet meer omdat de vordering tot betaling is verjaard. Dit heeft ertoe geleid dat het (proces-)belang van eiser bij een oordeel over het invorderingsbesluit van de verbeurde dwangsom is komen te vervallen. Eiser is daarom niet-ontvankelijk verklaard in zijn beroep.

15 januari 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

De invorderingsbevoegdheid van een verbeurde dwangsom verjaart op grond van artikel 5:35, eerste lid, van de Awb één jaar nadat de dwangsom is verbeurd. Om te voorkomen dat de invorderingsbevoegdheid verjaart kan het bestuursorgaan de mogelijkheden zoals genoemd in artikel 5:37a van de Awb toepassen.

In artikel 5:37a van de Awb is – kort samengevat - bepaald dat (1) een invorderingsbesluit de verjaring stuit en (2) dat de verjaringstermijn door een verzoek tot invordering kan worden verlengd tot onherroepelijk op het verzoek is beslist en (3) dat de verjaringstermijn wordt verlengd als er een rechtsmiddel open staat of aanhangig is tegen het afwijzingsbesluit op een invorderingsverzoek.

Korte tijdlijn

Op 17 december 2021 heeft het college aan eiser een last onder dwangsom opgelegd om binnen 6 weken na 17 december 2021 aan de last te voldoen op straffe van een dwangsom. Tegen deze last heeft eiser bezwaar gemaakt.

Eiser heeft na het verstrijken van de begunstigingstermijn niet aan de last voldaan waarop eiser op 29 januari 2022 van rechtswege de dwangsom heeft verbeurd.

Het college heeft vervolgens op 31 maart 2022 besloten tot invordering over te gaan. Op grond van het bepaalde in artikel 5:37a, eerste lid, van de Awb stuit deze invorderingsbeslissing de verjaring als bedoeld in artikel 5:35 van de Awb.

De verjaringstermijn is door deze stuiting dus opnieuw begonnen en gaan lopen vanaf 1 april 2022 tot 1 april 2023.

Na 1 april 2022 heeft het college geen specifieke handelingen meer ondernomen ter stuiting van de verjaring.

Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen het invorderingsbesluit van 31 maart 2022 en vervolgens beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 9 augustus 2022.

Verjaringstermijn is niet verlengd of gestuit

De situaties zoals in artikel 5:37a Awb genoemd hebben zich hier niet voorgedaan. Dit brengt met zich dat de verjaringstermijn niet is verlengd en het college niet langer bevoegd is om tot invordering over te gaan.

De rechtbank kan het college evenmin volgen in het beroep op artikel 5:35 van de Awb dat de verjaringstermijn zou zijn verlengd of gestuit omdat eiser bezwaar heeft gemaakt tegen het invorderingsbesluit van 31 maart 2022 en vervolgens beroep heeft ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 9 augustus 2022. Daarvoor is ook geen steun te vinden in de rechtspraak.

Eiser heeft de verbeurde dwangsom nog niet betaald. Het vorenstaande brengt daarom met zich dat vast staat dat eiser deze verbeurde dwangsommen ook niet meer hoeft te betalen, omdat de bevoegdheid van het college tot invordering is verjaard. Gelet hierop heeft eiser geen (proces-)belang meer bij een oordeel over de beslissing tot invordering van de verbeurde dwangsommen en heeft de rechtbank eiser niet-ontvankelijk verklaard.

Enigszins opvallend is evenwel dat – hoewel dat aan het eindoordeel niet af doet - de rechtbank in het midden laat welk besluit wordt aangemerkt als stuitingshandeling. De rechtbank heeft geoordeeld dat de verjaringstermijn na stuiting door het op 31 maart 2022 genomen invorderingsbesluit weer is gaan lopen op 1 april 2022. De verjaringstermijn eindigde daarom volgens de rechtbank na een jaar op 31 maart 2023, ‘dan wel’, als de beslissing op bezwaar zou moeten worden aangemerkt als stuitingshandeling, op 9 augustus 2023. De rechtbank laat hier dus in het midden of het invorderingsbesluit de stuitingshandeling geweest of de beslissing op bezwaar en daarmee ook de datum waarop de verjaringstermijn eindigde.

Artikel delen