Art. 1:3, lid 1 Awb definieert een 'besluit' als een schriftelijke beslissing van een bestuursorgaan, inhoudende een publiekrechtelijke rechtshandeling.
Het wijzigingsbesluit heeft betrekking op 101 gebieden die zijn aangewezen ter uitvoering van de Habitatrichtlijn. De staatssecretaris beoogt met het wijzigingsbesluit te corrigeren wat niet goed is gegaan bij de oorspronkelijke aanwijzing van de gebieden. De bedoeling van het wijzigingsbesluit is om habitattypen en soorten, die op het moment van aanwijzen van het desbetreffende Natura 2000-gebied al in voldoende mate en duurzaam aanwezig bleken te zijn, alsnog te beschermen. Die habitattypen en soorten en de daarvoor gestelde instandhoudingsdoelstellingen zijn met het wijzigingsbesluit aan de betreffende aanwijzingsbesluiten toegevoegd. In een (beperkt) aantal gevallen bleken habitattypen en soorten op het moment van aanwijzen niet in voldoende mate en duurzaam aanwezig te zijn. Deze zijn met het wijzigingsbesluit verwijderd. Verder voorziet het wijzigingsbesluit in de aanpassing van sommige instandhoudingsdoelstellingen van habitattypen of soorten waarvoor de gebieden al zijn aangewezen.
In deze uitspraak wordt onder Habitatrichtlijngebied verstaan een Natura 2000-gebied dat is aangewezen als speciale beschermingszone ter uitvoering van de artikelen 3, tweede lid, onder a, en 4, eerste en tweede lid, van de Vogelrichtlijn of de artikelen 3, tweede lid, en 4, vierde lid, van de Habitatrichtlijn.
[wederpartij] exploiteert een agrarisch bedrijf (o.a. melkvee en pluimvee) aan de [locatie] in Holten. Hij heeft beroep ingesteld tegen het wijzigingsbesluit, voor zover dat betrekking heeft op de Natura 2000-gebieden Sallandse Heuvelrug en Borkeld.
De Afdeling stelt voorop dat de rechtbank terecht heeft geoordeeld dat het wijzigingsbesluit een besluit is als bedoeld in artikel 1:3 van de Awb. Door het toevoegen van habitattypen en soorten aan het aanwijzingsbesluit zijn voor deze natuurwaarden de verplichtingen tot het treffen van instandhoudingsmaatregelen en passende maatregelen gaan gelden. Ook leidt de toevoeging van de natuurwaarden aan het aanwijzingsbesluit ertoe dat vanaf het van kracht worden van het wijzigingsbesluit de gevolgen van plannen en projecten voor deze natuurwaarden in kaart moeten worden gebracht. Daarmee is het wijzigingsbesluit gericht op rechtsgevolg. De rechtbank was dus bevoegd om kennis te nemen van het beroep van [wederpartij].