Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Is weigering exploitatievergunning in strijd met evenredigheidsbeginsel?

In de uitspraak van 19 juni 2024 (ECLI:NL:RVS:2024:2499) oordeelt de Afdeling dat het besluit van de burgemeester tot weigeren van de voor het uitbaten van een snookercentrum vereiste exploitatievergunning niet in strijd is met het evenredigheidsbeginsel.

26 juni 2024

Afdeling constateert dat de burgemeester de beoogde exploitatie terecht in strijd heeft bevonden met het plaatselijke horecagebiedsplan, zodat de aangevraagde vergunning op grond van de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) moest worden geweigerd. In reactie op het betoog van de ondernemer in kwestie dat het weigeringsbesluit onevenredige gevolgen heeft, overweegt de Afdeling dat uit de uitspraak van de grote kamer van het College van Beroep voor het bedrijfsleven van 26 maart 2024 (ECLI:NL:CBB:2024:190) volgt dat de bestuursrechter telkens moet bepalen of een beroep op het evenredigheidsbeginsel strekt tot exceptieve toetsing van (een bepaling in) het algemeen verbindende voorschrift, tot rechtstreekse toetsing van het bestreden besluit waarmee aan het algemeen verbindende voorschrift toepassing is gegeven of tot beide.

Als een beroep alleen inhoudt dat toepassing van de bepaling in het voorliggende geval onevenredig uitpakt en daarom buiten toepassing moet blijven, toetst de bestuursrechter het bestreden besluit rechtstreeks aan het evenredigheidbeginsel. Ondanks dat bij een gebonden bevoegdheid, zoals in de voorliggende situatie, op het niveau van het algemeen verbindende voorschrift al een belangenafweging in algemene zin heeft plaatsgevonden en de evenredigheid van een op basis daarvan te nemen besluit in beginsel is gegeven, kan de toepassing ervan in een voorliggend geval vanwege bijzondere omstandigheden voor een of meer belanghebbenden zozeer in strijd komen met het evenredigheidsbeginsel dat die toepassing achterwege moet blijven.

Dit betekent dat het bestuursorgaan  nog wel moet beoordelen of sprake is  van dergelijke bijzondere omstandigheden. Daarbij gaat het dan alleen nog om de evenwichtigheid: een besluit is onevenwichtig als het in de gegeven omstandigheden voor een of meer belanghebbenden onredelijk bezwarend is. De Afdeling concludeert dat, alles overziend, in dit geval geen sprake van bijzondere omstandigheden die maken dat het bestreden besluit onredelijk bezwarend uitpakt.

Artikel delen