Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Matiging bestuurlijke boete onttrekken van woning aan de woningvoorraad

In hoger beroep voert appellant aan dat het college ten onrechte geen rekening heeft gehouden met de situatie en dat er daardoor de bestuurlijke boete niet gematigd is. Wat ging hieraan vooraf?

14 juni 2024

Samenvatting

Samenvatting

Appellant is eigenaar van een woning welke hij gekocht heeft voor zijn dochter met het doel dat zij daar kan gaan wonen tijdens haar studie in Amsterdam. Hij heeft eerst de woning fors gerenoveerd en om de tijd te overbruggen tussen de renovatie en het betrekken van de woning door zijn dochter besloot hij kortdurend de woning te verhuren. Omdat dit lastig bleek, is de woning korte tijd gebruikt voor vakantieverhuur. Tijdens de controle wordt dan ook een Amerikaans gezin aangetroffen in de woning. Ze hebben de woning geboekt via homeexchange.com (woningruil) en verklaren niet voor de woning betaald te hebben. Het college legt een boete op voor het onttrekken van een woning aan de woningvoorraad.

Appellant verzoekt dus om matiging van de boete. Ter onderbouwing hiervan geeft hij aan dat dit slechts de eerste overtreding was en dat hij ook niet financieel voordeel heeft gehad aan de overtreding. De vraag is of dit bijzondere omstandigheden zijn op basis waarvan de (wettelijk) vastgestelde hoogte van de boete moet worden gematigd. Volgens vaste jurisprudentie kunnen een verminderde verwijtbaarheid, een beperkte ernst van de overtreding en een geringe financiële draagkracht worden aangemerkt als bijzondere omstandigheden. Gelet op de aard en de ernst van de overtreding ziet de Afdeling aanleiding om de boete te matigen. Hieraan worden de omstandigheden ten grondslag gelegd en het feit dat na de overtreding de woning niet meer verhuurd is aan toeristen en voor de duur van een jaar verhuurd is voor reguliere bewoning. De Afdeling matigt de boete met 50 procent.

Artikel delen