Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Mogelijkheid om op grond Omgevingswet handhavend op te treden als geen passende beoordeling is verricht

De Rechtbank Oost-Brabant stelt in een uitspraak van 22 oktober 2024, ECLI:NL:RBOBR:2024:4934 voorop dat, als meer gebruik wordt gemaakt van het rallycircuit dan is toegelaten in het bestemmingsplan dan wel de Hinderwetvergunning uit 1993, dit ook kan leiden tot een overtreding van artikel 2.7, tweede lid, van de Wnb, zoals dat luidde na 1 januari 2020. De omvang van de referentiesituatie (440 uur op jaarbasis) is tussen partijen niet in geschil. Het college heeft voldoende onderzocht hoeveel testdagen hebben plaatsgevonden.

22 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

Anders dan het college is de rechtbank van oordeel dat het niet is toegelaten om illegaal gebruik van het rallycircuit te salderen met het onvolledig benutten van de maximale gebruiksmogelijkheden op basis van het bestemmingsplan dan wel de Hinderwetvergunning uit 1993. Het legaliseren van illegaal gebruik, dan wel het toevoegen van een andere nieuwe vorm van gebruik vereist een nieuw bestemmingsplan of omgevingsplan dan wel een nieuwe omgevingsvergunning. Dat leidt ook tot een verandering ten opzichte van de referentiesituatie. De bestaande referentiesituatie is nooit passend beoordeeld omdat het Natura 2000-gebied toen nog niet was aangewezen. Mede gelet op rechtsoverweging 43 van het arrest van het Europese Hof van Justitie van 10 november 2022 (ECLI:EU:C:2022:864) is het bevoegd gezag bij een dergelijke verandering van de referentiesituatie, gehouden om bij het verlenen van de hiervoor vereiste nieuwe vergunning of toestemming een nieuwe beoordeling te verrichten die voldoet aan de vereisten van artikel 6, lid 3, eerste volzin, van richtlijn 92/43, indien voor die activiteit nog geen dergelijke beoordeling is verricht.

In dat geval zal die autoriteit alle feitelijke en juridische consequenties moeten trekken uit deze nieuwe beoordeling, die zij verricht in verband met het besluit dat zij dient te nemen over de eventuele afgifte van een nieuwe vergunning. Dit is ook in lijn met de uitspraak van deze rechtbank van 8 december 2021 (ECLI:NL:RBOBR:2021:6389) over het gebruik van zogenoemde latente ruimte.

Het college is wel degelijk bevoegd om handhavend op te treden als deze passende beoordeling niet is verricht vanwege het handelen zonder vergunning voor een Natura 2000-activiteit in strijd met artikel 5.1, eerste lid, onder e, van de Omgevingswet.

Artikel delen