Het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant had geen natuurvergunning mogen verlenen voor de uitbreiding van een varkenshouderij in Reusel. Het bedrijf maakt gebruik van biologische combiluchtwassers waarvan bekend is dat ze de beoogde ammoniakreductie niet halen. Daarom heeft het provinciebestuur voorschriften aan de natuurvergunning verbonden over de werking, het onderhoud en het toezicht op de werking van de combiluchtwassers. Maar het staat niet vast dat met deze maatregelen de ammoniakreductie waarvan in de toegepaste emissiefactoren wordt uitgegaan, wel wordt gehaald. En als er geen zekerheid bestaat dat de uitbreiding van de varkenshouderij het nabijgelegen Natura 2000-gebied niet zal aantasten, dan mag de natuurvergunning niet worden verleend. Dat oordeelt de Afdeling bestuursrechtspraak in een uitspraak van vandaag (4 september 2024).
Biologische combiluchtwassers
De uitspraak gaat over de uitstoot van ammoniak uit emissiearme stalsystemen die onder meer voor de varkenshouderij zijn ontwikkeld. Het gaat om stalsystemen met een biologische combiluchtwasser die de ammoniakemissie met 85% zou reduceren. In de emissiefactoren voor de berekening van stikstofuitstoot uit stalsystemen is rekening gehouden met de beperkende werking van de combiluchtwassers. Verschillende onderzoeken laten zien dat de ammoniakemissie uit stallen met biologische combiluchtwassers hoger is dan waarvan de emissiefactoren uitgaan.
Oplossingen
Maar in een van de onderzoeken worden ook oplossingen aangereikt voor de oorzaken van de verminderde werking van combiluchtwassers. Hierin heeft het college van gedeputeerde staten aanleiding gezien om voorschriften in de natuurvergunning op te nemen, die ervoor moeten zorgen dat de ammoniakreductie van de combiluchtwassers wel worden gehaald. Uit dat onderzoek kan worden afgeleid dat er sterke aanwijzingen zijn dat combiluchtwassers het beoogde rendement kunnen halen. Maar dat onderzoek is naar het oordeel van de Afdeling bestuursrechtspraak te beperkt van opzet om daaraan de vereiste zekerheid te ontlenen dat met het nemen van bepaalde maatregelen de beoogde ammoniakreductie wordt gehaald.
Twee uitspraken over melkveehouderijen
De Afdeling bestuursrechtspraak heeft vandaag nog twee uitspraken gedaan over bepaalde emissiearme stallen voor melkveehouderijen in Etten-Leur en Luycksgestel. Voor de uitbreiding van die melkveehouderijen heeft het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant eveneens een natuurvergunning verleend, maar ook deze hadden volgens de Afdeling bestuursrechtspraak niet verleend mogen worden. Het provinciebestuur heeft de emissiebeperkende werking van de desbetreffende stalsystemen als uitgangspunt genomen en gaat er van uit dat met het nemen van maatregelen een hogere reductie kan worden bereikt. Maar onderzoeken naar emissiearme stalsystemen in de melkveehouderij laten zien dat deze stalsystemen geen effect hebben en dat de stikstofuitstoot dus hoger is dan waarvan in de regelgeving uit wordt gegaan. Het provinciebestuur heeft niet kunnen onderbouwen dat met de getroffen maatregelen wel een hogere emissiereductie kan worden bereikt.
Gevolg van de uitspraken
Het gevolg van de uitspraken is dat het college van gedeputeerde staten van Noord-Brabant opnieuw moet beslissen op de aanvragen van de veehouderijen voor een natuurvergunning.
Lees hier de volledige tekst van de drie uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van vandaag.
