Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Nieuw recht, Omgevingswet, OPA en Technische bouwactiviteit

De voorzieningenrechter van de rechtbank Noord Holland heeft op 4 juli 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:6906 een uitspraak gewezen over een vergunningaanvraag voor een technische bouwactiviteit en omgevingsplanactiviteit onder de Omgevingswet. Er is een verzoek om voorlopige voorziening ingediend tegen de verlening van een omgevingsvergunning voor het oprichten van een mestsilo op een perceel in Wieringerwaard. Op deze zaak is de Omgevingswet van toepassing.

13 juli 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de mestsilo zowel voor de opa als de technische bouwvergunning vergunningvrij is, dus heeft een schorsing van de verleende omgevingsvergunning geen feitelijke betekenis, omdat daarmee de bouw van de mestsilo niet voorkomen kan worden. Het verzoek wordt afgewezen. Inhoudelijk niet heel bijzonder, maar omdat nog niet zoveel uitspraken onder de Ow zijn gewezen, heb ik meer onderdelen dan gebruikelijk in deze samenvatting opgenomen.

Het college heeft de omgevingsvergunning verleend voor de omgevingsplanactiviteit voor een bouwwerk. Het college heeft zich op het standpunt gesteld dat de aanvraag voldoet aan de eisen van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl), de Welstandsnota, lokale regelgeving zoals het omgevingsplan en de omgevingsverordening en dat het college de omgevingsvergunning daarom niet mag weigeren (een zogenoemde ‘gebonden beschikking’). Het college heeft een binnenplanse vrijstelling verleend, voor (kort gezegd) het archeologisch onderzoek.

Verder heeft het college zich op het standpunt gesteld dat het bouwplan voor de activiteit ‘Bouwactiviteit (technisch)’ vergunningvrij is. Het bouwplan voldoet aan artikel 2.25 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), omdat de mestsilo wordt gebouwd op de grond; een bouwhoogte van lager dan 5 meter heeft; één bouwlaag heeft; niet voorzien is van een dakterras, balkon of andere niet op de grond gelegen buitenruimte; en als gevolg van de bouwactiviteit niet een hoofdgebouw wordt.

De rechtbank overweegt dat op grond van artikel 22.26 van het Omgevingsplan is het verboden zonder omgevingsvergunning een bouwactiviteit te verrichten en het te bouwen bouwwerk in stand te houden en te gebruiken. Op grond van artikel 22.27, aanhef en onder g, sub 1, van het Omgevingsplan geldt het verbod, bedoeld in artikel 22.26, niet voor de activiteiten, bedoeld in dat artikel, als die betrekking hebben op een bouwwerk, geen gebouw zijnde, in achtererfgebied voor agrarische bedrijfsvoering, voor zover het gaat om een silo. Uit de toelichting bij artikel 22.27 van het Omgevingsplan volgt dat met deze categorie van bouwwerken artikel 3 van bijlage II bij het voormalige Besluit omgevingsrecht (Bor), met enkele ondergeschikte aanpassingen en een aanvulling van erf- en perceelafscheiding, wordt voortgezet.

De voorzieningenrechter stelt vast dat in artikel 3, aanhef en zesde lid, van bijlage II bij het Bor precies hetzelfde staat als in artikel 22.27 van het Omgevingsplan. In de toelichting bij artikel 3, aanhef en zesde lid, van bijlage II bij het Bor staat:

“In het zesde onderdeel is op aandringen van een aantal gemeenten voorzien in het omgevingsvergunningvrij maken van het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, ten behoeve van agrarische bedrijfsvoering. In onderdeel a gaat het om voedersilo’s en mestsilo’s. Deze specifieke bouwwerken worden in de nieuwe regeling niet aan een maximale hoogte gebonden omdat het bestemmingsplan, dat in artikel 3 onverminderd van toepassing is, hiertoe de maximale limiet zal stellen. Bij overige bouwwerken, waar een maximale hoogtemaat van 2 m is gegeven, kan gedacht worden aan kuilvoer- en mestplaten, brandstof-, melk- en spoelwatertanks, sleufsilo’s en dergelijke.”

Op grond van artikel 3.2, onder g, aanhef en sub 4, van het bestemmingplan “Buitengebied Anna Paulowna 6”, mag per agrarisch bedrijf ten hoogste één mestsilo worden gebouwd, met dien verstande dat de bouwhoogte niet meer dan 5 meter mag bedragen en de inhoud van de mestsilo buiten het bouwvlak niet meer dan 750 m³ mag bedragen. Het gewijzigde bouwplan voldoet aan deze voorwaarden, zodat deze mestsilo op grond hiervan omgevingsvergunningvrij gerealiseerd kan worden. Voor een belangenafweging is dan geen ruimte. Evenmin is er een verplichting tot participatie.

Artikel delen