In de uitspraak van de AbRvS van 6 november 2024 staan diverse verkeersbesluiten centraal. Met al deze besluiten zijn verkeersmaatregelen getroffen ten behoeve van, kort samengevat, de verkeersveiligheid tijdens de Dutch Grand Prix 2021 en 2022 in Zandvoort.
Verzoeker exploiteert een horecaonderneming op een duin in de Kennemerduinen. Hij stelt schade te lijden door de verkeersbesluiten. In deze beroepsprocedure komt hij op tegen de verkeersbesluiten. Hij stelt dat de betrokken bestuursorganen de verkeersbesluiten niet hadden kunnen nemen, zonder direct ook zijn schade te vergoeden. Verzoeker meent dus dat direct een zogenaamd onzuiver of onzelfstandig schadebesluit genomen had moeten worden, dat onderdeel was van de verkeersbesluiten.
Er staat niet ter discussie dat de verkeersbesluiten de bereikbaarheid van de horecaonderneming tijdelijk beperkten. De Afdeling is – evenals de rechtbank – van oordeel dat de verkeersbesluiten genomen hadden kunnen worden zonder direct te voorzien in een schadevergoeding. Volgens de Afdeling is de schade (circa € 27.000,-) gelet op de jaaromzet (€ 2,5 mln.) niet zodanig ernstig of omvangrijk, dat een faillissement dreigt of de bedrijfsvoering in het gedrang komt. De betrokken bestuursorganen mochten de besluitvorming over de schade dus doorschuiven naar een afzonderlijke nadeelcompensatieprocedure. Van strijd met het evenredigheidsbeginsel is geen sprake. Het beroep wordt ongegrond verklaard. AbRvS 6 november 2024, ECLI:NL:RVS:2024:4493 (Bloemendaal, Zandvoort e.a.)