Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Ook onder de Omgevingswet geldt dat een coffeeshop niet planologisch gereguleerd kan worden

In de uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg van 29 oktober 2024, ECLI:NL:RBLIM:2024:7611 wordt een verleende exploitatatievergunning voor een coffeeshop beoordeeld. Interessant is dat ook de planologische status van een coffeeshop in het omgevingsplan aan de orde komt. Anders dan verzoekers stellen, geldt ook onder de Omgevingswet dat een coffeeshop planologisch gezien niet gereguleerd kan worden en dient de burgemeester als uitgangspunt te nemen dat er sprake is van een legale functie met een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling. Omdat de coffeeshop past binnen het Omgevingsplan hoeft er niet apart getoetst worden aan het criterium “evenwichtige toedeling van functies aan locaties”, omdat deze afweging al is gemaakt in het Omgevingsplan.

29 oktober 2024

Jurisprudentie – Samenvattingen

In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoekers tegen de aan vergunninghoudster verleende exploitatievergunning en gedoogverklaring voor de exploitatie van een horecabedrijf, waarin onder meer softdrugs worden verkocht (coffeeshop), op het perceel [adres] te [vestigingsplaats] .

Verzoekers stellen zich verder op het standpunt dat voor de vestiging van een coffeeshop op de locatie [adres] een passende horeca bestemming ontbreekt. Op grond van het Omgevingsplan gemeente [plaats] (Omgevingsplan), rust op deze locatie de bestemming “Horeca” en volgens verzoekers valt een coffeeshop niet onder de bestemming “Horeca”. Ook stellen verzoekers dat het bij de bestemming “Horeca” gaat om gebruik ter plaatse. In het geval van een coffeeshop zal het vooral gaan om “afhaal” en niet om “gebruik ter plaatse” want dat zou detailhandel impliceren en dat levert een strijdig gebruik op van de gronden en bouwwerken. Verder beschikt de coffeeshop niet over voldoende parkeerplaatsen. Uit het Omgevingsplan volgt dat alleen de grond waarop het gebouw van de beoogde coffeeshop staat als functieaanduiding “Horeca” heeft en niet de omringende gronden. Deze gronden hebben als functieaanduiding “Specifieke vorm van bedrijventerrein 2”, en niet “Horeca” waardoor hier niet ten behoeve van de coffeeshop geparkeerd mag worden.

Uit de Beleidsregel volgt dat voor de vestigingslocatie van een coffeeshop naast een exploitatievergunning, een passende horecabestemming is vereist. Uit de Algemene plaatselijke verordening gemeente [plaats] (APV) volgt dat de burgemeester de exploitatievergunning in ieder geval weigert als de vestiging of exploitatie van het horecabedrijf in strijd is met het omgevingsplan.

Volgens de rechtspraak (ABRvS 6 november 2019, ECLI:NL:RVS:2019:3705, en dan met name rechtsoverweging 7.1) van de ABRvS kan het gebruik van een gebouw voor de exploitatie van een coffeeshop in planologisch opzicht niet gereguleerd worden, omdat de verkoop van softdrugs verboden is op grond van de Opiumwet. Bij de beoordeling van de aanvraag om een horecaexploitatievergunning moet de burgemeester uitgaan van een legale functie met een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling.

Volgens het bestemmingsplan “Bedrijventerreinzone Roerstreek”, dat (tijdelijk) onderdeel uitmaakt van het Omgevingsplan, rust op de locatie van de beoogde coffeeshop de bestemming “Horeca”. Onder “Horeca” wordt op grond van artikel 1.41 van de planregels het volgende verstaan:

het bedrijfsmatig verstrekken van dranken en/of etenswaren voor gebruik ter plaatse, één en ander al dan niet in combinatie met ondersteunende activiteiten, met uitzondering van seksinrichtingen;

horeca, categorie 2

een inrichting die geheel of in overwegende mate gericht is op het verstrekken van maaltijden of etenswaren die ter plaatse genuttigd plegen te worden of afgehaald kunnen worden. Daaronder worden begrepen: cafetaria/snackbar, fastfood en broodjeszaken.

In artikel 4.1, aanhef en onder k, van de planregels is het volgende opgenomen:

de voor 'Bedrijventerrein' aangewezen gronden zijn bestemd voor horeca categorie 2, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'horeca'.

De voorzieningenrechter stelt vast dat de coffeeshop onder de bestemming “Horeca” valt en is, gelet op de vorige overwegingen, in overeenstemming met het Omgevingsplan. De voorzieningenrechter is van oordeel dat de burgemeester voldoende heeft gemotiveerd dat de ruimtelijke uitstraling van de coffeeshop vergelijkbaar is met de bij horeca van categorie 2 genoemde typen horecabedrijven waar de producten in het algemeen ook kunnen worden afgehaald of ter plaatse geconsumeerd. Dat, zoals verzoekers stellen, het “afhalen” strijdig gebruik van gronden zou impliceren, volgt de voorzieningenrechter daarom niet.

Anders dan verzoekers stellen, geldt ook onder de Omgevingswet dat een coffeeshop planologisch gezien niet gereguleerd kan worden en dient de burgemeester als uitgangspunt te nemen dat er sprake is van een legale functie met een vergelijkbare ruimtelijke uitstraling. Omdat de coffeeshop past binnen het Omgevingsplan hoeft er niet apart getoetst worden aan het criterium “evenwichtige toedeling van functies aan locaties”, omdat deze afweging al is gemaakt in het Omgevingsplan. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter heeft de burgemeester de locatie aan de [adres] kunnen kiezen als locatie waar de coffeeshop gevestigd mag worden.

Artikel delen