Menu

Filter op
content
PONT Omgeving

Planschade: Objectieve en subjectieve voorzienbaarheid

In deze zaak heeft de verzoeker een planschadevergoeding van circa € 55.000,- gekregen vanwege waardevermindering van zijn woning door de bouw van een woning op het perceel van zijn buurman. De buurman, op wie de gemeente de planschade verhaalt, stelt dat de komst van de woning zowel objectief als subjectief voorzienbaar was.

10 januari 2025

Jurisprudentie – Samenvattingen

De AbRvS overweegt dat met voorzienbaarheid in beginsel gedoeld wordt op objectieve voorzienbaarheid. Dit betreft voorzienbaarheid op basis van een concreet beleidsvoornemen dat openbaar is gemaakt. Daarnaast kunnen specifieke persoonlijke omstandigheden maken dat een verzoeker feitelijk al op de hoogte is van een nieuwe planologische ontwikkeling. Dit kan leiden tot subjectieve voorzienbaarheid, aldus de AbRvS.

Ten aanzien van de objectieve voorzienbaarheid overweegt de AbRvS het volgende. Er is niet in geschil dat er een wijzigingsbevoegdheid gold op het perceel van verzoeker en deels ook op het perceel van de buurman op het moment dat verzoeker zijn eigen kavel kocht. Op grond hiervan kon één woning worden toegestaan. Gelet op de geringe omvang van het perceelsgedeelte van de buurman waarvoor de wijzigingsbevoegdheid gold en gelet op de ligging en vorm van dit perceelsgedeelte tot de erfgrens, was er voor een redelijk denkend en handelend koper geen aanleiding om rekening te houden met de kans dat de wijzigingsbevoegdheid zou worden gebruikt voor de realisatie van de woning van de buurman. Geen objectieve voorzienbaarheid dus.

Van subjectieve voorzienbaarheid is ook geen sprake. Dat de vader van verzoeker – zijnde de voorgaande eigenaar – per brief op de hoogte was gesteld van het bouwvoornemen van de buurman kan niet worden toegerekend aan de zoon/de verzoeker. Verzoeker heeft namelijk ter zitting ontkend dat hij kennis had van de brief. Volgens de AbRvS komt aan schriftelijke verklaringen van derden geen betekenis toe als niet buiten twijfel is dat de verzoeker op het moment van aankoop daarvan op de hoogte was. Het hoger beroep is ongegrond en het planschadebesluit blijft in stand. AbRvS 31 december 2024, ECLI:NL:RVS:2024:5465 (Teylingen)

Artikel delen